Werkwoordspelling

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 3

Misschien is het van belang dat je iets aan je werkhouding verander......

1. veranderd
2. verandert
3. veranderdt
4. veranderde

Wat is er verander..... aan je werkhouding sinds gisteren?

1. veranderd
2. verandert
3. veranderde
4. veranderdt

Wie heeft de vraag eerlijk beantwoor....over je leeftijd?

1. beantwoord
2. beantwoort
3. beantwoordt
4. beantwoorde

Hij verwach..... dat hij geslaagd was toen e hem belden.

1. verwacht
2. verwachte
3. verwachtte
4. verwachd

De verwach...e resultaten bleven helaas uit.

1. verwachte
2. verwachtte
3. verwacht
4. verwachten

Je beteken... alles voor me, als je dit voor me doet.

1. betekend
2. betekende
3. betekent
4. betekendt

De gemel....e fouten hebben geen consequenties voor het werk.

1. gemeldde
2. gemelde
3. gemeld

Hij zegt dat hij er ingeluis.... is door een vriend van hem.

1. ingeluisd
2. ingeluist
3. ingeluisdt

Hoe heb je de antwoorden zo verander..., dat ze kloppen?

1. verandert
2. veranderd
3. veranderdt
4. veranderde

Eigenlijk is het wel vreemd dat u mij altijd van alles verbie......

1. verbied
2. verbiedde
3. verbiedt
4. verbood

De gere....e drenkeling kon na lange tijd op de kant gehesen worden.

1. geredde
2. gerede
3. geredte
4. gered

Wie vertel.... er dadelijk een leuke grap?

1. vertelt
2. verteld
3. vertelde
4. verteldt

Ik wil niet meer dat je hem ten koste van alles verdedig....

1. verdedigdt
2. verdedigde
3. verdedigt
4. verdedigd

Ook Griekenland heeft het verdrag onderteken...

1. ondertekent
2. ondertekente
3. ondertekend
4. ondertekende

Waarom wor... je broer niet voor dat feestje uitgenodigd?

1. word
2. wordt
3. wort
4. wortd

Mijn oom verwaarloos... zijn tuin.

1. verwaarloost
2. verwaarloosd
3. verwaarlosdt

Tijdens de training heeft hij een spier verrek...

1. verrekt
2. verrekd
3. verrekdt
4. verrekte

De verbouw... kantine is in juni heropend.

1. verbouwdde
2. verbouwde
3. verbouwte
4. verbouwtte

Het mis... gisteren de hele dag.

1. misde
2. misdde
3. miste
4. mistte

Wij mis... gisteren door het slechte weer ons vliegtuig.

1. misden
2. misdden
3. misten
4. mistten

De nieuwe lokalen kunnen door iedereen worden bewonder...

1. bewondert
2. bewonderte
3. bewonderd
4. bewonderde

De toespraak wer... overstemd door boegeroep.

1. werd
2. wert
3. werdt
4. wertd

Toen de speler er genoeg van had, luch...e hij zijn hart

1. luchte
2. luchde
3. luchtte
4. luchdde