2.3 waarom zou je lenen? 17.11

Verwachtingen/afspraken


- Telefoon in je broekzak of tas
- iPad op de hoek van je tafel 
- Als er iemand aan het woord is, dan is de rest van de klas stil
- 1 officiële waarschuwing, 
bij de tweede ga je je melden bij TTP
- Huiswerk controle; bij 3x HV of BV kom je een uurtje terug.
1 / 20
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Verwachtingen/afspraken


- Telefoon in je broekzak of tas
- iPad op de hoek van je tafel 
- Als er iemand aan het woord is, dan is de rest van de klas stil
- 1 officiële waarschuwing, 
bij de tweede ga je je melden bij TTP
- Huiswerk controle; bij 3x HV of BV kom je een uurtje terug.

Slide 1 - Slide

2.2 Waarom zou je sparen?
Na afloop van deze les kun/weet je: 

  1. ...de drie spaarmotieven
  2. ...wat rente is
  3. ...kun je de rente uitrekenen
  4. ...ken je de drie geldfuncties en kun je voorbeelden noemen

Slide 2 - Slide

De spaarmotieven:


  1. sparen voor een doel
  2. sparen uit voorzorg
  3. sparen voor de rente

Slide 3 - Slide

De geldfuncties:


  1. geld als ruilmiddel
  2. geld als spaarmiddel
  3. geld als rekenmiddel

Slide 4 - Slide

Tom heeft € 930 op zijn spaarrekening.
Hij ontvangt 1,7 % rente. Hoeveel is dat per jaar?

Slide 5 - Open question

Uitwerking (anders dan boek):
€ 930 en 1,7% rente
1% rente is € 930 : 100 = € 9,30
1,7% rente is:  1,7 x €9,30 = € 15,81







%
100
1
1,7
930
X
15,81

Slide 6 - Slide

2.3 Waarom zou je lenen?

Slide 7 - Slide

2.3 Waarom zou je lenen?
Na afloop van deze les kun/weet je: 

  1. twee redenen om te lenen
  2. weet je wat een maandtermijn is en wat aflossing en rente is.
  3. je kunt de kosten van een lening uitrekenen

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Link

Een lening bij de bank betaal je terug met een vast bedrag per maand:
  • Maandtermijn
  • Aflossing (terugbetalen van geleende geld)
  • Rente (vergoeding voor het gebruiken van het geld)

Slide 10 - Slide

Stel: je leent € 12.500 om een auto te kopen.
  • Hoeveel maanden doe je erover om het terug te betalen?
  • Hoeveel betaal je per maand?
  • Hoeveel betaal je in totaal?
  • Hoe hoog is het rentebedrag in totaal?

Slide 11 - Slide

Hoeveel maanden doe je erover om het terug te betalen?
Hoeveel betaal je per maand?
Hoeveel betaal je in totaal?
Hoe hoog is het rentebedrag in totaal?
Hoeveel maanden doe je erover om het terug te betalen?
96 maanden

Hoeveel betaal je per maand?
212 euro

Hoeveel betaal je in totaal?
96x212= 20.352 euro

Hoe hoog is het rentebedrag in totaal?
20.352-12.500= 7852 euro

Slide 12 - Slide

Aan de slag
Nakijken 2.1 en 2.2

Maken: Vragen paragraaf2.3 (blz. 48 t/m 51)
                Blz. 65; opdracht 12 en 13

Je gaat in stilte aan het werk, fluisterend overleggen mag. 
timer
15:00

Slide 13 - Slide

Quiz over 2.3 waarom zou je lenen.

Slide 14 - Slide

Je koopt een Playstation bij de Wehkamp.
Hij kost € 239. Je koopt op afbetaling. Je betaalt
12 termijnen van € 21,50. Bereken hoeveel je
uiteindelijk hebt betaald voor de Playstation.
A
totaal betaald: € 260,50
B
totaal betaald: € 239,00
C
totaal betaald: € 2.868,00
D
totaal betaald: € 258,00

Slide 15 - Quiz

Sara leent 2.000 euro tegen 3,1% rente.
Bereken welk bedrag zij per jaar aan rente moet betalen.
A
€ 62,00
B
€ 15,00
C
€ 6.200,00
D
€ 31,00

Slide 16 - Quiz

Wat is geen reden om te lenen?
A
Lenen om een auto te kopen
B
Lenen om een tekort op te vangen
C
Lenen om een huis te kopen
D
Lenen uit voorzorg

Slide 17 - Quiz

Je betaalt voor je lening in totaal € 486
terug. Het leenbedrag was € 450.
Hoeveel betaal je meer terug dan je geleend hebt?
Hoeveel procent is dat van het geleende
bedrag?
A
meer betaald: € 450 percentage: 9%
B
meer betaald: € 36,00 percentage: 8%
C
meer betaald: € 486 percentage: 0%
D
meer betaald: € 36,00 percentage: 7,4%

Slide 18 - Quiz

Wat bedoelen ze met lenen kost geld?

Slide 19 - Open question

Aan de slag;
Nakijken 2.1 en 2.2
Huiswerk
blz. 65 opdracht  12, 13 
vragen 2.3  (blz. 48 t/m51) afmaken 

Slide 20 - Slide