Les 5 BZT

BZT Nederlands les 5
1 februari 2021
- presentie
- terugblik: signaalwoorden en tekstverbanden
- huiswerk: Teksten lezen
- Theorie
- huiswerk
1 / 27
next
Slide 1: Slide
NT2MBOStudiejaar 1

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

BZT Nederlands les 5
1 februari 2021
- presentie
- terugblik: signaalwoorden en tekstverbanden
- huiswerk: Teksten lezen
- Theorie
- huiswerk

Slide 1 - Slide

Tekstverbanden
oorzaak-gevolg
doel-middel
algemene uitspraak-voorbeeld
-tegenstelling
-opsomming
-voorwaarde
-argument conclusie
- chronologie

Slide 2 - Slide

Signaalwoorden
Hiermee worden tekstverbanden aangebracht:
doordat, daardoor
om te
zo, bijvoorbeeld
maar, echter
en, tevens, ten eerste

Slide 3 - Slide

Signaalwoorden
Te veel signaalwoorden:
Jan zou haar eigenlijk toch ook eens ten huwelijk moeten vragen, vond Anne. Maar toen realiseerde ze zich dat hij voorlopig nog geen plannen had voor een aanzoek. Dat maakte haar zoals zo vaak moedeloos.
Beter:
Jan zou haar ten huwelijk moeten vragen, vond Anne. Maar diep van binnen wist ze dat hij geen plannen had voor aanzoek. Dat maakte haar moedeloos.  

Slide 4 - Slide

Op welk tekstverband wijzen de woorden maar, toch en echter
A
opsomming
B
tegenstelling
C
reden
D
conclusie

Slide 5 - Quiz

Op welk tekstverband wijzen de signaalwoorden want en omdat?
A
opsomming
B
tegenstelling
C
reden
D
conclusie

Slide 6 - Quiz

Op welk tekstverband wijzen de signaalwoorden daardoor en zodat
A
oorzaak-gevolg
B
opsomming
C
conclusie
D
tegenstelling

Slide 7 - Quiz

Om welk tekstverband gaat het hier:
Ik kreeg een hapje en een drankje
A
oorzaak-gevolg
B
opsomming
C
conclusie
D
tegenstelling

Slide 8 - Quiz

In welke zin wijzen de signaalwoorden op een volgorde in tijd?
A
Ik wil langskomen. Ik heb echter geen tijd.
B
Eerst ga ik sporten, daarna kom ik langs.
C
Ik heb tijd om langs te komen en ook veel zin.
D
Ik kom langs, omdat ik daar veel zin in heb.

Slide 9 - Quiz

Welke signaalwoorden staan in deze tekst?

Slide 10 - Slide

Welke signaalwoorden staan in zin 2?
A
ze-toen
B
eerst-toen
C
ze-de
D
aan-met

Slide 11 - Quiz

Om welk tekstverband gaat het in zin 2?
A
volgorde in tijd
B
reden
C
conclusie
D
oorzaak-gevolg

Slide 12 - Quiz

Slide 13 - Slide

Welk signaalwoord dat wijst op oorzaak-gevolg staat 2 keer in de tekst?

Slide 14 - Open question

Huiswerk
2f examen bespreken

Slide 15 - Slide

Informatieve en instructieve teksten
- informatieve tekst: informeren + objectief
- infographics: combinatie tekst en beeld
-instructies: informeren over hoe je iets doet of hoe iets werkt

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Wat voor soort tekst is dit?
A
informatieve tekst
B
infographics
C
instructie

Slide 20 - Quiz

Slide 21 - Slide

Wat voor soort tekst is dit?
A
informatieve tekst
B
infographics
C
instructie

Slide 22 - Quiz

Betogende teksten
- feiten en meningen
feit: objectief (meetbaar)
mening: subjectief (niet controleerbaar)

Slide 23 - Slide

Feit

Barcelona is kampioen van Spanje
Tilburg heeft een mbo-opleiding
Amsterdam is de hoofdstad van Nederland
Mening

Barcelona speelt wereldvoetbal
Tilburg heeft een ontzettend goede mbo-opleiding
Amsterdam is een vrolijke stad

Slide 24 - Slide

Teksten met een mening lezen
Feiten: een feit kun je controleren
Mening: een mening is iets wat iemand vindt
Argument: een reden waarom je een bepaalde mening hebt

Slide 25 - Slide

Huiswerk:
Verder in Studiemeter
Tekst
Lezen 'Samengevat' hoofdstuk uit

Slide 26 - Slide

Einde van de les


Bedankt voor jullie aanwezigheid!

Tot volgende week 

Slide 27 - Slide