§1.1 De Industriële Revolutie

§1.1 De Industriële Revolutie
1 / 17
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

§1.1 De Industriële Revolutie

Slide 1 - Slide

Planning
Deze periode: hoofdstuk 1 (par 1 t/m 5), toets: week 43 (23 t/m 27 okt). De week na de herfstvakantie.

Verder dit jaar: hfst 3, 4 en 6

Slide 2 - Slide

Leerdoelen
Zie leerdoelenkaart bij 1.1

Industrialisatie --> gevolgen op economisch gebied


Slide 3 - Slide

Waar denk je aan
bij industrie?

Slide 4 - Mind map

Naar machines!
Tot 1800 werd bijna alles met huisnijverheid gemaakt
Vanaf 1800 werd steeds meer in fabrieken gemaakt
Dit noemen we ook wel industrialisatie
Voorbeeld voor 1800
Aan het spinnewiel
Voorbeeld na 1800
Aan de machine

Slide 5 - Slide

Film
-Verschil huisnijverheid en industrie
-Welke soorten industrie?
-Reacties verschillende mensen

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Video

Steden
De meeste mensen woonden
Reizen gebeurde
De meeste mensen werkten
waren
[..............................]
werden
[..............................]
op het
[..............................]
in een
[..............................]
meestal
[..............................]
meer met de
[..............................]
in de [..............................]
in de
[..............................]
In 1800
In 1900
Plaats de woorden op de juiste plek in de tabel.
Denk logisch na.
klein
groot
platteland
stad
te voet
trein
landbouw
fabriek

Slide 8 - Drag question

Welke twee zinnen passen bij het kapitalisme van de 19de eeuw?
De regering bemoeit zich zo min mogelijk met fabrieken
Er zijn wetten die uitstoot van vieze lucht voorkomen
Ondernemers verdienen geld door spullen te verhandelen
Ondernemers produceren goederen en verkopen die met winst
Ondernemers vragen voor spullen allemaal dezelfde prijs
Juiste zinnen
A
B
C
D
E

Slide 9 - Drag question

Oorzaken van industrialisatie
De industrialisatie begint in Groot-Brittannië rond 1750
Dit heeft drie belangrijke oorzaken:
Bevolkingsgroei
In de landbouw komen allemaal vernieuwingen. Hierdoor is er meer voedsel en neemt de bevolking toe. Ook leven mensen langer door betere hygiëne
Kleding
Door de bevolkingsgroei moeten meer mensen kleding hebben. Hier moet dus meer van gemaakt worden
Grondstoffen
Britse ondernemers kunnen makkelijk aan grondstoffen komen: steenkool en ijzererts uit Groot-Brittannië en katoen uit de kolonies

Slide 10 - Slide

Industrialisatie in Nederland
In Nederland begint de industrialisatie rond 1850
Dit gebeurt het eerst in Twente
Daar is al veel huisnijverheid
Door de grote armoede willen mensen voor weinig loon werken

Slide 11 - Slide

Economische gevolgen industrialisatie
Mijnen en metaal
Mijnbouw en metaalindustrie worden heel belangrijk
Fabrieken
Huisnijverheid en kleine werkplaatsen worden vervangen door grote fabrieken
Fabrieken
Boeren zijn niet zelfstandig, maar werken voor een baas
Goedkoper
Machines kunnen producten veel sneller maken. Hierdoor wordt veel goedkoper
Geld
Het bezit van geld wordt belangrijker dan bezit van grond (daarmee kan je fabrieken en machines kopen)
Kapitalisme
Er ontstaat een economisch systeem waarin er zo min mogelijk regels zijn en ondernemers zo veel mogelijk winst kunnen maken: kapitalisme

Slide 12 - Slide

Kapitalisme
-Veel ismes in het hoofdstuk

-Zo veel mogelijk winst maken
=
Kapitalisme

Slide 13 - Slide

Dragons Den

Slide 14 - Slide

Opdracht Dragons Den
Zelf: plan schrijven voor eigen onderneming!

1: Zelf bedenken wat je gaat verkopen
2: Goede naam bedenken
3: Wat heb je allemaal nodig? (pand, personeel)
4: Hoeveel kost het allemaal?
5: Hoe ga je jouw product verkopen? (Uniek? Maak je het duur of goedkoop?)

Werk dit allemaal op een mooie manier uit in een Google Docs document

Slide 15 - Slide

Aan de slag
De Industriële Revolutie had ook vier niet-economische gevolgen
Deze ga je zelf onderzoeken
Maak opdracht 3&4,  7&8 en 11&12 van §1.1
Ben je klaar? Maak dan de rest van §1.1

Slide 16 - Slide

Huiswerk
Schrijf op in je agenda
6 september: Maken opdracht 3&4, 7&8 en 11&12 van §1.1

Slide 17 - Slide