Werkwoordspelling les 2

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

Wat gaan we doen:

• Herhaling vorige week (schema!)
• ´je´ achter een werkwoord
• Onvoltooid deelwoord
• Bijvoeglijk gebruikt voltooid deelwoord
• Smijten met werkwoorden

De tegenwoordige tijd is altijd

1. d of t
2. stam + d
3. stam + t
4. saai

Zij (geloven) mij niet.
tegenwoordige tijd

1. gelooft
2. geloofd
3. geloofdt

Ik snap wat je (bedoelen).

tegenwoordige tijd

1. bedoeld
2. bedoelt

Hij (onthouden).
tegenwoordige tijd

1. Hij onthoud
2. Hij onthoudt

Jij (vinden) een sleutelhanger.
tegenwoordige tijd

1. vind
2. vint
3. vindt
4. vond

´je´ achter het werkwoord (tt)

Je loopt naar de overkant.

Loop je naar de overkant?

Loopt je vader naar de overkant?

´je´ achter het werkwoord (tt)

Je houdt van kikkers.

Houd jij van kikkers?

Houdt je vader van kikkers?

verleden tijd

´t sexy fokschaap

Wat is de verleden tijd van
VERHUIZEN?

1. hij verhuisde
2. hij verhuiste

Wat is de verleden tijd van:
BEGROETEN?

1. Hij begroette
2. Hij begroedde
3. Hij begreet
4. Hij begroete

Wat is de verleden tijd van:
ANTWOORDEN?

1. Ik antwoorde
2. Ik antwoordt
3. Ik antwoordde
4. Ik antworde

Wat is de verleden tijd van:
FIETSEN?

1. Hij fietste
2. Hij fietstte
3. Hij fietsde
4. Hij fietsdde

Wat is de verleden tijd van:
VERBAZEN?

1. verbaaste(n)
2. verbaasde(n)

Wat is de verleden tijd van:
MISSEN?

1. ik mistte
2. ik miste

Wat is de verleden tijd van:
RELAXEN?

1. Zij relaxte
2. Zij relaxet
3. Zij relaxde
4. Zij relaxed

Wat is de verleden tijd van:
CROSSEN?

1. Wij crossden
2. Wij crossten
3. Wij crosden
4. Wij crosten

Voltooid deelwoord

Zijn, worden & hebben

De soldaat is gestruikeld over een boomwortel.

Hij werd overeind geholpen door zijn collega´s.

Daar heeft hij veel geluk mee gehad. 

Bij het voltooid deelwoord gebruik je...

1. stam +t
2. ´t ex kofschip
3. ´t sexy fokschaap

Wat is het voltooid deelwoord van:
BELONEN?

1. Beloond
2. Beloont
3. Belonen
4. Belonend

Wat zijn voltooide deelwoorden?

1. schrijven
2. gedacht
3. overkomen
4. verteld

Wat is het voltooid deelwoord van:
VERVEN?

1. geverft
2. geverfd
3. gevervt
4. gevervd

Wat is een voltooid deelwoord?

1. bedoelt
2. bedoeld
3. zeg
4. sprak

Wat is het voltooid deelwoord van:
VREZEN?

1. Gevreest
2. Gevreesd
3. Gevrozen
4. Vrezend

Wat is het voltooid deelwoord van:
KRABBEN?

1. gekrabt
2. gekrabd
3. gekrabben
4. krabbend

Wat is het voltooid deelwoord van:
GLIMLACHEN?

1. glimgelachen
2. geglimlacht
3. glimgelacht
4. geglimlachen

Wat is het voltooid deelwoord van: STOFZUIGEN?
Tip: denk aan voetballen!

1. stofgezuigd
2. stofgezogen
3. gestofzuigt
4. gestofzuigd

Wat is het voltooid deelwoord van:
ROEIEN?

1. geroeit
2. geroeid

bijvoeglijk gebruikt 

voltooid deelwoord

Zij verloor haar rugzak.
De verloren rugzak.

1. verlooren
2. verloren

Zo, dat was het!

Gecombineerde zinnen

¨Dat ... (veranderen) nooit!¨, (zeggen vt) mijn zusje terwijl we naar het pas ... (verbouwen) winkelcentrum (lopen vt).

Wie kan de zin langer maken?

¨Dat verandert nooit!¨, zei mijn zusje terwijl we naar het pas verbouwde winkelcentrum liepen...

De verleden tijd van 'blazen' is...

1. bloezen
2. bliezen
3. blaasden
4. blasden