Woordenschat deel 2

Maandag 13-02-2023
Hallo V1b
1 / 15
next
Slide 1: Slide
NT2Voortgezet speciaal onderwijsLeerroute 1

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Maandag 13-02-2023
Hallo V1b

Slide 1 - Slide

Vandaag
Les 1: Woordenschat

Les 3 & 4: Nieuwsbegrip

Les 5: Schrijfopdracht

Les 6: Woordoefening + boek

Slide 2 - Slide

Pak je woordenschrift
Je krijgt 10 nieuwe woordjes. 
Schrijf de woorden op in je woordenschrift. 
Schrijf de betekenis erbij. 
Je mag het ook in je eigen taal erbij schrijven. 

Slide 3 - Slide

opkomen (voor iemand)
iemand beschermen of verdedigen
Klasgenoten moeten opkomen voor kinderen die gepest worden.

Slide 4 - Slide

uitschelden
slechte dingen roepen tegen iemand
De pesters schelden de jongen uit. Ze roepen "watje en nerd".
Het dikke meisje wordt vaak uitgescholden.

Slide 5 - Slide

langs
naast / voorbij
Ik kom elke dag langs de bioscoop.
                                  Ik loop graag langs het strand.                                                             Langs de kant van de weg staan bomen                                  

Slide 6 - Slide

brutaal
onbeleefd / ongepast
De jongen was erg brutaal tegen de oude man. Hij schold hem uit voor "stomme ouwe".





Slide 7 - Slide

de hulp
de keer dat je helpt of geholpen wordt
Als ik een klusje heb, vraag ik mijn buurman om hulp.
De voedselbank biedt hulp aan mensen die weinig geld hebben.

Slide 8 - Slide

naast /
voorbij
slechte
dingen 
roepen
tegen
iemand
onbeleefd/
ongepast
de keer
dat je
helpt of
geholpen
wordt
iemand
beschermen
of verdedigen
de hulp
brutaal
langs
opkomen voor iemand
uitschelden

Slide 9 - Drag question

goedkomen
goed aflopen / goed eindigen
Vroeger gebruikte hij drugs, maar gelukkig is het allemaal goedgekomen.
Hij maakt zich nooit zorgen, want alles komt goed volgens hem.

Slide 10 - Slide

de situatie / de situaties
de toestand
Toen de auto door rood reed ontstond een gevaarlijke situatie.
Na het ongeluk zorgde de politie  voor een veilige situatie.

Slide 11 - Slide

pesten
iemand met opzet erg vervelend behandelen
Het meisje wordt erg gepest door haar klasgenoten.

Slide 12 - Slide

het zelfvertrouwen
gevoel dat je niemand anders nodig hebt om te bereiken wat je wilt  /  het vertrouwen in jezelf
Als niets lukt, gaat je zelfvertrouwen omlaag.
De jongen had veel zelfvertrouwen. Hij dacht dat hij alles kon.
                                                                                     

Slide 13 - Slide

zwak
niet sterk / met weinig kracht
We hebben met 8-0  gewonnen, want de tegenstander was erg zwak.

Slide 14 - Slide

niet sterk/
met weinig
kracht
iemand met
opzet erg
vervelend
behandelen
de
toestand
goed
aflopen/
goed
eindigen
het 
vertrouwen
in jezelf
de situatie
pesten
zwak
het zelfvertrouwen
goedkomen

Slide 15 - Drag question