20/09/2024 - Unité 1 Grammaire (Révision)

Bonjour & bienvenue!
Assieds-toi et prends tes affaires:
1 / 16
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Bonjour & bienvenue!
Assieds-toi et prends tes affaires:

Slide 1 - Slide

Le planning
Aan het einde van de les:
  • weet je het verschil tussen de  passé composé en de imparfait.
  • weet je hoe je de imparfait maakt.
  • heb je een begin gemaakt aan de bijbehorende opdrachten (8A&8B).

Slide 2 - Slide

Werwachtingen van de iPad.
  • iPads worden alleen gebruikt wanneer dat gevraagd wordt.
  • iPads dicht is dus ook iPad dicht.
  • Spelletjes op de iPad? = consequenties, zonder waarschuwingen. 

Slide 3 - Slide

Le passé composé
  • Je kent al de werkwoorden op - er zoals parler en marcher.
  • Je kent ook de werkwoorden op - ger zoals manger en partager.
  • Je kent ook de werkwoorden op - ir zoals finir of grandir.
  • Je hebt geleerd om deze werkwoorden in de juiste vorm in de présent (=tegenwoordige tijd) te zetten
  • We gaan nu leren om deze werkwoorden ook in de passé composé (=verleden tijd) te gebruiken.

Slide 4 - Slide

L'imparfait
  • Wat is het verschil tussen de passé composé en de imparfait?

Slide 5 - Slide

L'imparfait
  • Je kent onregelmatige werkwoorden: être en avoir.
  • Je hebt geleerd om deze werkwoorden in de présent (=tegenwoordige tijd) te gebruiken.
  • Je hebt geleerd om deze werkwoorden ook in de passé composé (=vvt) te gebruiken.
  • Nu leer je de werkwoorden ook herkennen en gebruiken in de imparfait (=ovt).

Slide 6 - Slide

Hoe maak je de imparfait?
Stap 1: Pak de nous-vorm van het werkwoord:
  • regarder = nous regardons
Stap 2: Haal -ons er af:
  • regardons --> regard (=stam)
Stap 3: Voeg de juiste uitgang er aan toe:
  • regard --> je regardais

LET OP: Être is de enige uitzondering! De stam hiervan is "ét".

Slide 7 - Slide

Hoe maak je de imparfait?
De uitgangen van de imparfait:
  • je regardais
  • tu regardais
  • il/elle/on regardait
  • nous regardions
  • vous regardiez
  • ils/elles regardaient
Ezelsbruggetje

Slide 8 - Slide

Sleep de vervoegingen naar het juiste vakje
Passé composé
Imparfait
Je regardais
Il parlait
Ils ont parlé
Nous avons regardé
J'ai sauté
Nous sautions
Vous fermiez
Vous avez fermé

Slide 9 - Drag question

Maak een zin met de imparfait. Je hebt niet alle woorden nodig.
ma
père
a
écoutais
un
film
mère
regardait
douze

Slide 10 - Drag question

Maak een zin met een passé composé. Je hebt niet alle woorden nodig.
mon
soeur
a
écouté
un
gâteau
copain
préparé
avez

Slide 11 - Drag question

Kies de juiste vorm van être:
Marie ________ (être)
timer
0:20
A
suis
B
être
C
est
D
es

Slide 12 - Quiz

Kies de juiste vorm van être:
Nous ________ (être)
timer
0:20
A
suis
B
sommes
C
avons
D
être

Slide 13 - Quiz

La grammaire
  • Maak opdracht 8B op pagina 18.
  • Tot de laatste 5 minuten van de les.
  • Individueel of met degene naast je.
  • Praten mag op fluisterniveau.
  • Help elkaar eerst voordat je de docent vraagt om hulp.
  • Eerder klaar? Herhaal de basisvocabulaire I en II op Quizlet.

Slide 14 - Slide

Ik snap de grammatica:
😒🙁😐🙂😃

Slide 15 - Poll

Les devoirs (=het huiswerk)
Voor dinsdag 24 september 2024:
Apprendre (leren): Basiswoordenlijst I en II op Quizlet.
Faire (maken): Exercice 8A + 8B op pagina 16/17.

Slide 16 - Slide