Taal, thema 7, les 7

• Taal
• Basisschool
• Groep 6

Thema 7, les 7: persoonlijke voornaamwoorden

persoonlijke voornaamwoorden

Schrijf de persoonlijke voornaamwoorden op:
We hadden vandaag een schrijver op bezoek.

Schrijf de persoonlijke voornaamwoorden op:
Hij heet Ted van Lieshout.

Schrijf de persoonlijke voornaamwoorden op:
Met open mond luisterde ik naar het gedicht.

Schrijf de persoonlijke voornaamwoorden op:
Je kon een speld horen vallen.

Schrijf de persoonlijke voornaamwoorden op:
Zo stil was het in de klas.

Schrijf de persoonlijke voornaamwoorden op:
"Was u dat jongetje?" vroeg de juf na afloop.

Schrijf de persoonlijke voornaamwoorden op:
Hij leest ons een paar gedichten voor.

Schrijf de persoonlijke voornaamwoorden op:
Ze zijn door hem geschreven.

Schrijf de persoonlijke voornaamwoorden op:
Ik snap niet alle woorden die hij zegt.

Schrijf de persoonlijke voornaamwoorden op:
Maar ze treffen mij als kleine pijlen.

Schrijf de persoonlijke voornaamwoorden op:
Graag geef ik jou zijn boek cadeau.

Schrijf de persoonlijke voornaamwoorden op:
Hij heeft als titel "Hou van mij".

Zijn zus danst graag, maar Harm schrijft liever.
Door welk persoonlijk voornaamwoord kun je "zijn zus" vervangen?

Zijn zus danst graag, maar Harm schrijft liever.
Door welk persoonlijk voornaamwoord kun je "Harm" vervangen?

De brandweerman krijgt van de freule een lintje.
Door welk persoonlijk voornaamwoord kun je "de brandweerman" vervangen?

De brandweerman krijgt van de freule een lintje.
Door welk persoonlijk voornaamwoord kun je "de freule" vervangen?

Opa en ik hebben voor jou en je zus een leuke verrassing.
Door welk persoonlijk voornaamwoord kun je "opa en ik" vervangen?

Opa en ik hebben voor jou en je zus een leuke verrassing.
Door welk persoonlijk voornaamwoord kun je "jou en je zus" vervangen?