H8.4 Gelijkvormige driehoeken

1 / 21
next
Slide 1: Slide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide


Welke 2 driehoeken zijn gelijkvormig?
A
ABC en KLM
B
ABC en PQR
C
KLM en PQR
D
ABC en DEF

Slide 3 - Quiz


Deze driehoeken zijn gelijkvormig. En hebben daarom overeenkomstige hoeken. Welke hoek hoort bij     L?
A
P
B
Q
C
R
D
M

Slide 4 - Quiz


Deze driehoeken zijn gelijkvormig. En hebben daarom overeenkomstige hoeken. Welke hoek hoort bij     K?
A
P
B
Q
C
R
D
M

Slide 5 - Quiz


Deze driehoeken zijn gelijkvormig. Welke omschrijving klopt.
A
KLM is gelijkvormig aan RPQ
B
KLM is gelijkvormig aan QRP
C
KLM is gelijkvormig aan QPR
D
KLM is gelijkvormig aan RQP

Slide 6 - Quiz

RP
PQ
RQ

Slide 7 - Drag question


Slide 8 - Open question


Deze driehoeken zijn gelijkvormig. En hebben daarom overeenkomstige hoeken. Welke hoek hoort bij     A?
A
C
B
E
C
B
D
D

Slide 9 - Quiz


Deze driehoeken zijn gelijkvormig. En hebben daarom overeenkomstige hoeken. Welke hoek hoort bij     B1?
A
D
B
C
C
B2
D
E

Slide 10 - Quiz


Slide 11 - Open question

AB
CB
CA

Slide 12 - Drag question

Slide 13 - Slide

Vb 1: Bereken zijde ST en PS

Slide 14 - Slide

Vb 2: Bereken zijde PT en QP

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

4,5 cm
11 cm
8,1 cm2
?

Slide 18 - Slide

De groene doos is een verkleining van de rode. De vergrotingsfactor is 0,6.
De rode doos heeft een inhoud van 60 L. Bereken de inhoud van de groene doos.

Slide 19 - Slide

Fles II is een vergroting van fles I. De inhoud van fles I is 0,75 Liter. Bereken de inhoud van de grote fles.
20 cm
hoog
26 cm
hoog

Slide 20 - Slide

De inhoud van de kleine vaas is 0,5 L. Bereken de inhoud van de grote vaas.

Slide 21 - Slide