What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Theorie werkwoordspelling klas 2
Werkwoordspelling
Klas 2
1 / 11
next
Slide 1:
Slide
Nederlands
Middelbare school
vmbo t, havo, vwo
Leerjaar 2
This lesson contains
11 slides
, with
text slides
.
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Werkwoordspelling
Klas 2
Slide 1 - Slide
Onthoud!
Werkwoordspelling heeft NIKS met gevoel te maken!
Leer de regels nu en heb er de komende jaren profijt van.
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Slide
PVTT (persoonsvorm tegenwoordige tijd)
Zoek eerst het onderwerp dat erbij hoort!
Makkie! Gewoon 'lopen' gebruiken en dan doe je het altijd goed.
Slide 4 - Slide
PVVT (persoonsvorm verleden tijd)
Sterke werkwoorden
Hebben geen regels! Dit moet je weten door te lezen.
Zwakke werkwoorden
Kijk bij het sexy fokschaap alleen naar de klinkers!
Slide 5 - Slide
INF (infinitief)
Tip: zet er 'wij' voor.
Pas op:
- Apen kunnen niet vliegen.
pvtt inf
Bij bovenstaande zin kun je voor beide werkwoorden 'wij' zetten, maar de persoonsvorm gaat voor.
Slide 6 - Slide
VD (voltooid deelwoord)
1. Zoek eerst de persoonsvorm!
2. Is deze een vorm van 'hebben', 'zijn' of 'worden'?
3. Ja? Dan is het laatste werkwoord een voltooid deelwoord.
Voltooid deelwoorden beginnen vaak met ge-, be-, ver-, ont-, er-, her-, mis-.
Slide 7 - Slide
TD (tegenwoordig deelwoord)
Ander woord: onvoltooid deelwoord.
Het is nog bezig, terwijl je het doet. Er gebeuren dus twee dingen tegelijk.
Knipogend
fietste hij voorbij.
De mannen vielen
knokkend
door de deur.
Slide 8 - Slide
VD als BN
(voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord)
Zie je achter een werkwoord een ZN staan dat erbij hoort?
Dan is het een TD!
Zorg ervoor dat het goed uitgesproken wordt als je het zo kort mogelijk schrijft.
Slide 9 - Slide
TD als BN
(tegenwoordig deelwoord als bijvoeglijk naamwoord)
'het-woorden' krijgen vaak een TD als BN zonder -e.
Hij vertoont
afwijkend
gedrag.
'De-woorden' krijgen vaak een TD als BN met -e.
De
passerende
auto gaat snel.
Slide 10 - Slide
Engelse werkwoorden
Dezelfde regels als bij Nederlands.
Het ziet er soms raar uit, maar toch kan het goed gespeld zijn!!
Denk aan:
Zij
datet
met hem
.
Pas op: het moet wel met de goede 'Engelse klank' uitgesproken worden.
Dus niet
'Jij paintbalt',
maar
'Jij paintballt'.
Slide 11 - Slide
More lessons like this
Werkwoordspelling 3F
October 2024
- Lesson with
39 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
Werkwoordspelling
November 2023
- Lesson with
44 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
herhaling werkwoordspelling jaar 1
September 2022
- Lesson with
12 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
Theorie +opdrachten werkwoordspelling klas 1+2
September 2020
- Lesson with
36 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
D2 / W2 Werkwoordspelling
April 2022
- Lesson with
15 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
Werkwoordspelling pv tt, pv vt, vd en td klas 3
May 2023
- Lesson with
14 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 2
HH Alle Werkwoordspelling
September 2020
- Lesson with
26 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
Werkwoordspelling alle werkwoordsvormen
March 2024
- Lesson with
12 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 1