Oefenen toets
Kookpunt is een stofeigenschap.
A
Waar
B
Niet waar
1 / 31
Lesson duration is: 45 minItems in this lesson
Kookpunt is een stofeigenschap.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 1 - Quiz
Vorm is een stofeigenschap.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 2 - Quiz
Oplosbaarheid is een stofeigenschap.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 3 - Quiz
Temperatuur is een stofeigenschap.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 4 - Quiz
Massa is een stofeigenschap.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 5 - Quiz
Koper is een ...
A
Zuivere stof
B
Mengsel
Slide 6 - Quiz
Melk is een ...
A
Zuivere stof
B
Mengsel
Slide 7 - Quiz
Kraanwater is een ...
A
Zuivere stof
B
Mengsel
Slide 8 - Quiz
Brons is een ...
A
Zuivere stof
B
Mengsel
Slide 9 - Quiz
Haarlak is een ...
A
Suspensie
B
Emulsie
C
Nevel
D
Gasmengsel
Slide 10 - Quiz
Slootwater is een ...
A
Suspensie
B
Emulsie
C
Oplossing
D
Schuim
Slide 11 - Quiz
Mayonaise is een ...
A
Suspensie
B
Emulsie
C
Legering
D
Schuim
Slide 12 - Quiz
Zeewater is een ...
A
Suspensie
B
Emulsie
C
Oplossing
D
Legering
Slide 13 - Quiz
Welke veiligheidsmaatregelen moet je nemen bij het doen van practica?
A
Labjas aan en bril op
B
Labjas aan, bril op en haren vast
C
Labjas aan, bril op, haren vast en niet eten
D
Labjas aan, bril op, haren vast, niet eten, niet onnodig lopen
Slide 14 - Quiz
Wat is de betekenis van dit gevarensymbool?
A
explosief
B
ontvlambaar
C
brandbevorderend
D
schadelijk
Slide 15 - Quiz
Wat is de betekenis van dit gevarensymbool?
A
explosief
B
ontvlambaar
C
brandbevorderend
D
schadelijk
Slide 16 - Quiz
Wat is de betekenis van dit gevarensymbool?
A
explosief
B
schadelijk
C
toxisch (giftig)
D
milieugevaarlijk
Slide 17 - Quiz
Wat is de betekenis van dit gevarensymbool?
A
explosief
B
schadelijk
C
corrosief
D
milieugevaarlijk
Slide 18 - Quiz
Wat is de betekenis van dit gevarensymbool?
A
corrosief (bijtend)
B
schadelijk
C
toxisch (giftig)
D
milieugevaarlijk
Slide 19 - Quiz
Welke veiligheidsvoorzieningen zijn aanwezig in een scheikunde lokaal?
A
Zuurkast
B
Brandblusser en branddeken
C
(Oog)douche
D
Alle drie de opties
Slide 20 - Quiz
Wat is GEEN regel tijdens scheikunde practica?
A
Een teveel aan stof mag je nooit terugdoen in de voorraadpot.
B
Als je een fles met vloeistof in een reageerbuis giet, kan dit direct uit de fles.
C
Schud nooit met je duim op een reageerbuis.
D
Als je de brander gebruikt ga je staan.
Slide 21 - Quiz
De scheidingsmethode 'bezinken en afschenken' maakt gebruik van de stofeigenschap:
A
Deeltjesgrootte
B
Dichtheid
C
Oplosbaarheid
D
Kookpunt
Slide 22 - Quiz
De scheidingsmethode extraheren maakt gebruik van de stofeigenschap:
A
Deeltjesgrootte
B
Dichtheid
C
Oplosbaarheid
D
Kookpunt
Slide 23 - Quiz
Wat voor mengsel kun je scheiden met filtreren?
A
Oplossing
B
Suspensie
C
Emulsie
D
Legering
Slide 24 - Quiz
Wat voor mengsel kun je scheiden met indampen?
A
Oplossing
B
Suspensie
C
Emulsie
D
Legering
Slide 25 - Quiz
Hoe noem je de vloeistof die door het filter gaat bij filtreren?
A
Filtraat
B
Residu
C
Substraat
D
Extract
Slide 26 - Quiz
De scheidingsmethode adsorberen maakt gebruik van de stofeigenschap:
A
Aanhechting
B
Oplosbaarheid
C
Aanhechting + oplosbaarheid
D
Kookpunt
Slide 27 - Quiz
De scheidingsmethode chromatografie maakt gebruik van de stofeigenschap:
A
Aanhechting
B
Oplosbaarheid
C
Aanhechting + oplosbaarheid
D
Kookpunt
Slide 28 - Quiz
Wat voor mengsel kun je scheiden met destilleren?
A
Oplossing
B
Suspensie
C
Emulsie
D
Legering
Slide 29 - Quiz
Hoe noem je de vloeistof die achterblijft bij destilleren (15 in afbeelding)?
A
Filtraat
B
Residu
C
Destillaat
D
Extract
Slide 30 - Quiz
Welke kleurstof loste het best op in de loopvloeistof? Zie chromatogram.
A
Bruin
B
Oranje
C
Geel
D
Rood
