Oefenopdracht artikel schrijven

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 3

• Hoe schrijf je een artikel?
• Oefenen met het schrijven van een artikel

Wat is een artikel?

Artikel = informatieve tekst

Doel = informatie geven

Voorbeelden:

- Een verslag van een festival in de krant

- Een tekst in een nieuwsbrief van school

-  Een tekst over games in een tijdschrift

Nieuwsbericht Nu.nl

Opbouw van een artikel

• Plaats boven je artikel een passende titel
• In de inleiding staat de aanleiding van je artikel: waarom je het artikel schrijft, gebruik een anekdote, vraag of stelling > maak het pakkend! 
• In het middenstuk (kern) staat de meeste informatie (wat, waarom, waarover..).
• In het slot staat wat je hoopt te bereiken met het artikel.
• Al deze onderdelen zijn losse alinea's!

Bekijk onderstaand artikel en bedenk:

wat is er goed en wat kan er beter?

Feiten en meningen

In een artikel staan vooral feiten, 

want het doel is de lezer te informeren 

over een bepaald onderwerp.

Wat zijn feiten?

1. Dingen waar iedereen anders over denkt.
2. Dingen die waar zijn en die je kunt controleren

Wat is een mening?

Wat is waar over een argument?

1. Een argument is een reden waarom je iets vindt of doet
2. Een argument herken je aan signaalwoorden, zoals: want, omdat en daarom

Feit, mening of argument?

Feit: een feit kun je controleren.

Mening: een mening is iets wat iemand vindt.

Argument: een reden waarom je een bepaalde mening hebt. Je herkent een argument aan signaalwoorden, zoals: want, omdat, daarom, namelijk. 

Jesse Klaver moet de nieuwe minister president worden.

1. feit
2. mening
3. argument

Omdat hij goede standpunten heeft.

1. feit
2. mening
3. argument

Uit onderzoek blijkt dat roken slecht is voor je gezondheid.

1. feit
2. mening
3. argument

Opdracht 

Leg de alinea's in de goede volgorde

Benoem de inleiding, het middenstuk en het slot

Aan de slag 

Schrijf een artikel over je vakantie. 

Let op:

• Zet een titel boven je artikel.
• Het artikel bestaat altijd uit een inleiding, middenstuk en slot. Dit zijn dus tenminste 3 alinea's.
• Minimaal 200 woorden
• Controleer op hoofdletters, leestekens en de spelling van woorden.