Het bezittelijk voornaamwoord

• Frans
• Middelbare school
• vmbo t, mavo, havo
• Leerjaar 1

Leerdoelen 

- Ik kan de bezittelijke voornaamwoorden gebruiken

Welk bezittelijke voornaamwoorden ken je (in het Nederlands)

De vorm van het bezittelijk voornaamwoord

Bezittelijk voornaamwoord

	m klinker "'h"	v	mv
mijn	m on	m a	m es
jouw	t on	t a	t es
zijn/haar	s on	s a	s es

Er volgt altijd een zelfstandig naamwoord

mon copain  

mon frère 

ton lapin 

 ton poisson

  ta sœur

 ta mère 

 

Hoe zit dat?

In het Frans hangt de vorm altijd af van het zelfstandig naamwoord dat volgt

Le copain - La copine

mon copain       mijn vriend         ma copine     mijn vriendin

ton copain           jouw vriend        ta copine      jouw vriendin

son copain   zijn/haar vriend       sa copine    zijn/haar vriendin

Les copain - Les copines

mes copains  mijn vrienden            mes copines  mijn vriendinen

tes copains    jouw vrienden            tes copines   jouw vriendinen

ses copains zijn/haar   vrienden                  ses copines zijn/ haar vriendinen

Vertaal het bezittelijk voornaamwoord tussen haakjes.
Kies het goede bezittelijk voornaamwoord uit de 4 opties.

________ (mijn) collège s' appelle OCN

1. ma collège
2. mon collège
3. mes collège
4. son collège

Vertaal het bezittelijk voornaamwoord tussen haakjes.
Kies het goede bezittelijk voornaamwoord uit de 4 opties.

(mijn) prof de géographie est sympa

1. mon
2. ma
3. son
4. sa

Vertaal en kies het goede bezittelijk voornaamwoord uit de 4 opties.

dans (mijn) classe il ya 26 élèves

1. ma
2. tes
3. mon
4. ses

(zijn) père est rigolo
(haar) père est marrant

Vertaal en kies het goede bezittelijk voornaamwoord uit de 4 opties.

(zijn) profs

1. ton
2. tes
3. son
4. ses

Vertaal en kies het goede bezittelijk voornaamwoord uit de 4 opties.

(haar) livre est dans son sac à dos

1. sa
2. mon
3. ton
4. son

(onze) prof est sévère
(onze) profs sont sympa

(Ons) lapin est mignon!

1. nos
2. notre

(jullie) prof est sévère
(jullie) profs sont marrants

(jullie) classe a 26 élèves

1. vos
2. votre

(hun) prof
(hun) profs

(Hun) parents sont sympa

1. leur
2. leurs

Vertaal en kies het goede bezittelijk voornaamwoord uit de 4 opties.

Dans (hun) classe il ya 20 élèves

1. leurs
2. leur
3. ma
4. sa

Als het zelfstandig naamwoord vrouwelijk is én begint met een klinker of een stomme h, dan gebruik je mon, ton, son

Vertaal en kies het goede bezittelijk voornaamwoord uit de 4 opties.

(mijn) agenda

1. mes
2. ton
3. mon
4. ma

Vertaal en kies het goede bezittelijk voornaamwoord uit de 4 opties.

(jouw) école

1. ton
2. tes
3. ses
4. mon

De bezittelijke voornaamwoorden: enkelvoud
Maak de juiste combinaties.

MIJN

JOUW

ZIJN/HAAR

  mon

 ton

  son

  ta

  tes

  mes

  ses

   ma

  sa

De bezittelijke voornaamwoorden: meervoud
Maak de juiste combinaties.

ONS/ONZE

JULLIE / UW

HUN

    nos

  votre

   leur

   notre

      vos

    leurs

Sleep het juiste bezittelijk voornaamwoord naar het juiste zelfstandig naamwoord.

secret

profs

récré

ma

leurs

son

Sleep het juiste bezittelijk voornaamwoord naar het juiste zelfstandig naamwoord.

livres

sac à dos

trousse

mon

mes 

ta

Welke bezittelijke voornaamwoorden ken je nu?