Les 1 (Gesell) Philip

Welke bewegingsvaardigheid vlak voor het 'tijgeren', als je denkt aan de motorische ontwikkeling?
A
het kruipen
B
het omdraaien van de romp
C
het staan
D
het zitten
1 / 11
next
Slide 1: Quiz
bewegingsonderwijsHBOStudiejaar 3

This lesson contains 11 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Welke bewegingsvaardigheid vlak voor het 'tijgeren', als je denkt aan de motorische ontwikkeling?
A
het kruipen
B
het omdraaien van de romp
C
het staan
D
het zitten

Slide 1 - Quiz

Slide 2 - Slide

Waarom dwing je een dreumes niet tot staan en lopen, maar laat je de kruipfase goed ervaren?
A
voor de ontwikkeling van de lateralisatie
B
de polsen worden soepeler
C
je voorkomt enkelproblemen
D
je voorkomt knieproblemen

Slide 3 - Quiz

Slide 4 - Slide

Met welke leeftijd gaat een mens voor het eerst lopen?
A
direct na de geboorte
B
met ongeveer 6 mnd.
C
Na ongeveer 1,5 jaar
D
na ongeveer 1 jaar

Slide 5 - Quiz

Noem alle 4 de vaardigheidslijnen (naar Gesell) voor de groot-motorische ontwikkeling

Slide 6 - Open question

Gesell
De motorische ontwikkeling verloopt altijd van.......
1.  Boven --> beneden
2. Binnen --> buiten
3. Enkelvoudige beweging--> samengestelde beweging
4. Groot bewegen --> fijn bewegen

Slide 7 - Slide

Wat valt er je direct op als je een kind van 4 jr. over de evenwichtsbalk van 7 cm. breed en 2,5 m. lang ziet lopen?
A
De voeten worden dwars geplaatst
B
Dat de armen stijf langs het lichaam worden gehouden
C
Ze hebben bijna allemaal 'faalangst'
D
Het hele lichaam corrigeert (armen, benen en romp)

Slide 8 - Quiz

Veters strikken wordt bij de kleuters geleerd. Waarom is dit zo moeilijk als je aan Gesell denkt?
A
de hand-ontwikkeling komt pas na de voet-ontwikkeling
B
dit gebeurt vlak bij het centrum v.h. lichaam.
C
het is een samengestelde beweging
D
het is groot-motorisch bewegen

Slide 9 - Quiz

Welke leeftijd is het meest geschikt om het zwemmen van de schoolslag vlot aan te leren?
A
met 3 jaar
B
met 5 jaar
C
met 9 jaar
D
met 30 jaar

Slide 10 - Quiz

Een jong kind is uit balans bij een balanceeractiviteit.
Wat wordt jouw hulp als didacticus?
A
Geef het kind een hand
B
Plaats een steunpunt in het midden v.d. activiteit
C
Houd het kind vast bij de heupen
D
Geef het kind een eenvoudigere balanceeropdracht.

Slide 11 - Quiz