“De Romeinen brachten veel spullen die de Germanen niet kenden. Zo namen ze vruchten mee uit Zuid - Europa, zoals perziken, vijgen en druiven. Maar ook kippen. Nieuw voor de Germanen waren ook spiegels, messen, lepels en glas. Om al die spullen te betalen gebruikten de Romeinen geld. Dat was ook nieuw voor de Germanen. Tot dan toe betaalden die elkaar door spullen te ruilen. De Romeinen gebruikten een nieuwe vinding om aardewerk te maken: de draaischijf. Op één zo'n draaischijf kon je wel 150 potten per dag draaien. Het aardewerk werd in fabrieken gebakken. De Romeinen hebben ons ook leren schrijven. Met een stylo, een soort pen, schreven ze in was. Er ontstonden nieuwe woorden in het Nederlands: kasteel van castellum, straat van via strata en nog een heleboel andere woorden. Zowel de Germanen als de Romeinen hadden goden. De Germanen eerden hun goden in de buitenlucht. De Romeinen bouwden tempels voor hun goden. Terwijl de Germanen in hutten van leem, hout en riet woonden, bouwden de Romeinen in de heuvels van Limburg villa's. Een villa was een huis zoals ze die in de omgeving van Rome bouwden, met een aparte woonkamer, eetkamer en slaapkamers. Om het huis te verwarmen legden de Romeinen de vloer op zuiltjes van steen. Daaronder verwarmden ze lucht. Vloerverwarming dus. De Romeinen kenden ook al het badhuis. Hier wasten de Romeinen zich. Er waren koud, lauw en warmwater baden. En sauna's, en je kon je er lekker laten masseren. Er waren ook toiletten in één grote ruimte. Gezellig. Na ongeveer 200 jaar kwam er een eind aan de Romeinse tijd in ons land.”