Herhaling Zuur-Base Reacties

Herhaling Zuur-Base Reacties
1 / 18
next
Slide 1: Slide
ScheikundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Herhaling Zuur-Base Reacties

Slide 1 - Slide

Hoe kun je op microniveau herkennen of het om een zuur-base-, neerslag of redoxreactie gaat?
Sleep de definities onder het juiste reactietype.
zuur-base reactie     neerslagreactie      redoxreactie
overdracht e-
overdracht H+
gehydrateerde ionen gaan naar ionrooster

Slide 2 - Drag question

Zijn dit wel of geen redoxreacties, sleep naar het juiste blok.
GEEN Zuur-Base Reactie
Zuur-Base Reactie
HCN + OH- --> CN- + H2O
BaCl2 --> Ba2+ + 2 Cl-
2 HCl + Mg --> H2 + Mg2+
H2SO4 + CO32- --> H2O + CO2 + SO42-

Slide 3 - Drag question

Is het een zuur, base of beide? Sleep naar het juiste blok
Zuur
Zuur & Base
Base
OH-
HNO3
HCl
CH3COO-
HPO42-
HCO3-
O2-
H2PO4-
NH3

Slide 4 - Drag question

Wat is de juiste notatie van waterstoffluoride-oplossing in een zuur/base-reactie?
A
HF(l)
B
HF(aq)
C
H3O+(aq)
D
H3O+(aq)+F(aq)

Slide 5 - Quiz

Hoe noemen we de oplossing die als volgt kan worden weergegeven?
Ba2+ + 2 OH-
A
natronloog
B
kaliloog
C
kalkwater
D
barietwater

Slide 6 - Quiz

De reactie tussen zoutzuur en natronloog wordt als volgt weergegeven:
HCl + OH-  --->   Cl- + H2O
A
juist
B
niet juist

Slide 7 - Quiz

Deze stof is een .......
A
éénwaardig zuur
B
éénwaardige base
C
tweewaardig zuur
D
tweewaardige base

Slide 8 - Quiz

Deze stof is een
zwakke base. Opgelost
in water ontstaat
dus een kleine concentratie....
A
H+
B
OH
C
H2O
D
NH3

Slide 9 - Quiz

Deze stof is een
zwakke base. Welke groep
in het molecuul kan
een H+ opnemen?
A
CH3
B
CO
C
NH2
D
C6H6

Slide 10 - Quiz

Wat verstaan we onder een buffer?
A
een sterk zuur met zijn geconjugeerde zwakke base
B
een zwak zuur met zijn geconjugeerde zwakke base
C
een sterk zuur met zijn geconjugeerde sterke base
D
een zwak zuur met zijn geconjugeerde sterke base

Slide 11 - Quiz

Welk van de onderstaande mengsels kan een buffer zijn?
A
natronloog en water
B
oplossing van HCl en NaCl
C
oplossing van azijnzuur en natriumacetaat
D
oplossing van HBr en NaBr

Slide 12 - Quiz

+
+
+
Geef de vergelijking van de reactie tussen een overmaat zoutzuur en een schepje kaliumoxide. Sleep de gele componenten naar de juiste plek.
K2O
2 H3O+
2 K+
3 H2O

Slide 13 - Drag question

Antwoord
K2O  +  2 H3O+    --->    2 K+  +  3 H2O

Slide 14 - Slide

+
+
+
Geef de vergelijking van de reactie tussen een overmaat kaliloog en zwavelzuur. Sleep de gele componenten naar de juiste plek.
H2SO4
2 OH-
SO42-
2 H2O

Slide 15 - Drag question

Antwoord
H2SO4  +  2 OH-    --->    SO42-  +  2 H2O

Slide 16 - Slide

Om de structuur van een eiwit intact te houden is de pH-waarde belangrijk. Welke structuur speelt een rol bij het functioneren van een eiwit?
A
primaire
B
secundaire
C
tertiaire
D
quarternaire

Slide 17 - Quiz

Succes bij het SE!

Slide 18 - Slide