006 VH1F/V1H 15 september 2023

Noteer (in je schrift) steeds het onderwerp en de persoonsvorm:

1. In de nacht van 14 op 15 april 1912 zonk de Titanic.
2. Jelena wil graag de Russische taal leren.
3. Omwonenden van windmolenparken klagen voortdurend over het lawaai.
4. Meestal spelen straatmuzikanten op een gitaar of op een blaasinstrument.
5. De afgelopen maanden steeg de verkoop van bordspellen flink.
6. Sommige wandelaars negeren in het natuurgebied de bordjes.

timer
5:00
1 / 14
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 14 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

Noteer (in je schrift) steeds het onderwerp en de persoonsvorm:

1. In de nacht van 14 op 15 april 1912 zonk de Titanic.
2. Jelena wil graag de Russische taal leren.
3. Omwonenden van windmolenparken klagen voortdurend over het lawaai.
4. Meestal spelen straatmuzikanten op een gitaar of op een blaasinstrument.
5. De afgelopen maanden steeg de verkoop van bordspellen flink.
6. Sommige wandelaars negeren in het natuurgebied de bordjes.

timer
5:00

Slide 1 - Slide

1. In de nacht van 14 op 15 april 1912 zonk de Titanic.
2. Jelena wil graag de Russische taal leren.
3. Omwonenden van windmolenparken klagen voortdurend over het lawaai.
4. Meestal spelen straatmuzikanten op een gitaar of op een blaasinstrument.
5. De afgelopen maanden steeg de verkoop van bordspellen flink.
6. Sommige wandelaars negeren in het natuurgebied de bordjes.

Slide 2 - Slide

Pak nu je wisbordje!

Slide 3 - Slide

lopen

Slide 4 - Slide

lopen
vd = gelopen
od = lopend

Slide 5 - Slide

leven

Slide 6 - Slide

leven
vd = geleefd
od = levend

Slide 7 - Slide

wachten

Slide 8 - Slide

wachten
vd = gewacht
od = wachtend

Slide 9 - Slide

Aan de slag!



Maak van Cursus 7 §10 opdracht 1 + 2 (blz. 258)
Gebruik het groene blok op p. 258

timer
12:00

Slide 10 - Slide

Opdracht 1 (blz. 258)
a. dromen - gedroomd - dromend
b. glimlachen - geglimlacht - glimlachend
c. oppassen - opgepast - oppassend
d. spreken - gesproken - sprekend
e. uitkijken - uitgekeken - uitkijkend
f. zweven - gezweefd - zwevend

timer
1:00

Slide 11 - Slide

Opdracht 2 (blz. 258)
a. geveild (vd), opgebracht (vd)
b. gearriveerd (vd), applaudisserend (od)
c. verlangend (od)
d. verbaasd (vd), aangespoeld (vd)
e. opgegeven (vd), struikelend (od)
f. zwaaiend (od), gereden (vd)
timer
1:00

Slide 12 - Slide

Pauze
    Pauze 
timer
5:00

Slide 13 - Slide

Opdracht:
  • Bekijk eerst de voorkant en lees dan de achterkant.
  • Sla het boek nu open en lees een stukje.
  • Leuk? Op je lijst.

Slide 14 - Slide