spelling en grammatica

Even oefenen!
Spelling & grammatica
1 / 28
next
Slide 1: Slide
NederlandsMBOStudiejaar 2

This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Even oefenen!
Spelling & grammatica

Slide 1 - Slide

Werkwoordspelling
5 zinnen om te oefenen

Slide 2 - Slide

Hij (verwijten) ... mij dat hij in zijn werk (verdrinken) ...
A
verwijtte en verdronk
B
verwijt en verdrinkt
C
verweete en verdronk
D
verwijdt en verdrinkt

Slide 3 - Quiz

(Houden) ... je moeder van borrelnootjes of van snacks?

Slide 4 - Open question

Het pas (inrichten) ... huis was al gauw (bezaaien) ... met rommel.
A
ingerichte en bezaaid
B
ingerichtte en bezaaid
C
ingerichte en bezaait
D
ingerichtte en bezaait

Slide 5 - Quiz

Vroeger (dansen) ... ik wekelijks, maar sinds Corona ga ik nooit meer uit.

Slide 6 - Open question

Keer op keer (raden) ... Anna
het juiste antwoord.
A
raad
B
raat
C
raadt
D
raatd

Slide 7 - Quiz

Hoeveel van deze 5 zinnen had je goed?

Slide 8 - Poll

Slide 9 - Video

Kies: als / dan
Zoveel ... een witte haai zal een orka nooit wegen.

Slide 10 - Open question

Kies: als / dan
Ik kan dat drie keer sneller ... jij.

Slide 11 - Open question

Kies: als / dan
Marlies lijkt wel 2x zo lang ... Mirjam.

Slide 12 - Open question

Kies: als / dan
Mijn buren zijn niet zo blij met mijn nieuwe trompet ... ik.
A
als
B
dan

Slide 13 - Quiz

Kies: als / dan
Je mag niet meer ... 5 oliebollen eten.
A
als
B
dan

Slide 14 - Quiz

Aaneenschrijven en tussenklanken

Slide 15 - Slide

Tussenletter - (e) n
Eerste deel van het zelfstandig naamwoord een meervoud heeft op -(e)n en niet op -s.
boek - boeken - boekenkast
tomaat - tomaten - tomatensoep

Slide 16 - Slide

Tussenletter - (e) n
Als het zelfstandig naamwoord een meervoud heeft op -(e)n en -s dan krijgt de samenstelling geen -(e)n maar een -e- .
groente - groentes/groenten - groentesoep
ziekte - ziektes/ziekten - ziektebeeld

Slide 17 - Slide

Wat is de goede samenstelling:
hond ... hok
A
hondehok
B
hondenhok

Slide 18 - Quiz

Wat is de goede samenstelling?
maan ... schijn

Slide 19 - Open question

Slide 20 - Video

Wat is de goede samenstelling?
beer ... goed
A
beregoed
B
berengoed

Slide 21 - Quiz

Wat is de goede samenstelling?
beer ... poot
A
berenpoot
B
berepoot

Slide 22 - Quiz

Zij / hun / hen

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Video

Vul in: zij / hen / hun
Zij heeft ... een prachtig boek gegeven.

Slide 25 - Open question

Vul in : zij / hen / hun
We gaan ... meevragen naar
het concert.

Slide 26 - Open question

Vul in : zij / hen / hun
Eigenlijk komen ... standaard een kwartier te laat.

Slide 27 - Open question

Samenvatting
1. Gebruik altijd zij / ze.
2. Gaat dat niet, gebruik dan hun.
3. Behalve als het niet bezittelijk is of 
je er geen voorzetsel voor kunt zetten. 
4. Gebruik dan hen.

Slide 28 - Slide