Par 5.1 Nieuwe Steden

5.1 nieuwe steden 
1 / 14
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 1

This lesson contains 14 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

5.1 nieuwe steden 

Slide 1 - Slide

Een domein. 
Domein, horigen, heer, herendiensten, plichten, rechten. 

Slide 2 - Slide

Het jaar 1000 (meer handel)

  • Na het jaar 1000 beter met de landbouw (bemesting land en gebruik van betere werktuigen)
  • Hierdoor grotere oogsten. Men hield een deel van de oogst zelf en een ander deel werd verhandeld op de markt
 voor geld

Slide 3 - Slide

ijzeren ploeg

Slide 4 - Slide

Halsjuk
Halsjuk

Slide 5 - Slide

Oogst wordt steeds meer 
Eerst had de boer 5 kilo nodig. 
Maar hij oogst 10 kilo. 

Wat doe je met die extra 5 kilo?

Slide 6 - Slide

Meer handel
vanaf het jaar 1000
  • Handelaren kochten nieuwe producten met het verdiende geld om weer verder te verhandelen
  • Europa was veiliger, dus reizen ging makkelijker voor de handelaren. Hierdoor konden er, bijvoorbeeld, producten uit alle hoeken van Europa en Azië komen

Slide 7 - Slide

Een goede plek
  • Een plek aan handelsroute bij een kruispunt van wegen of rivieren. 
    (Makkelijk te bereiken)
  • In de buurt van kasteel of klooster. (Veiligheid)
  • Op die plekken ontstonden nieuwe steden.

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Zelfstandig werken
In tweetallen: 
- Onderstreep de zinnen die antwoord geven op deze vragen:
1. Wat zijn stadsrechten?
2. Welke 2 stadsrechten waren er?
3. Wat moesten de burgers hier voor terugdoen?
Heb je het onderstreept maar is de tijd nog niet voorbij? Zet de vragen achterin je werkboek blz 115. Kan je leren voor het PW!!
timer
5:00

Slide 10 - Slide

Stadsrechten
  • Bisschop of edelman was de baas in gebied waar stad lag
  • Toen steden groter werden, wilden burgers zelf baas zijn
  • Steden kregen stadsrechten -> Afspraken tussen de heer en de stad
  • In ruil voor de stadsrechten moesten de burger belasting betalen en de heer helpen in oorlogstijd

Slide 11 - Slide

Schout, schepenen en burgemeester
  • Stad met stadsrechten had eigen bestuur
  • Schout en zijn rakkers hielden orde in de stad
  • Schepenen bepaalden welke straf een misdadiger kreeg  (kregen ook advies van een raad)
  • Burgemeester was hoofd adviesraad.
  • Schout, schepenen en burgemeesters vormden samen bestuur van de stad

Slide 12 - Slide

Werkboek
bladzijde 94-95
Opdracht 1-2-3-5-6-7-10
timer
15:00

Slide 13 - Slide

Begrippen (in de tijd van steden en staten):
  • Burgemeester - Voorzitter van de adviesraad
  • Schepenen - Zij bepalen de straf voor een misdaad
  • Schout - Hij liet misdadigers opsporen en klaagde ze aan bij de schepenen
  • Stadsrechten - Recht van een stad op eigen bestuur

Slide 14 - Slide