T3 Ordening Herhaling B1 tm B7 +O3

Herhalingsles B1 tm B7 +O3
1 / 38
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 1

This lesson contains 38 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Herhalingsles B1 tm B7 +O3

Slide 1 - Slide

Welke kenmerken gebruiken we in de biologie om organismen te ordenen?

Slide 2 - Open question

In welke 2 hoofdgroepen delen we organismen in?

Slide 3 - Open question

Welke celkenmerken hebben prokaryoten?
A
Wel een celkern, altijd een-cellig
B
Geen celkern, altijd een-cellig
C
Veel-cellig, wel een celkern

Slide 4 - Quiz

Slide 5 - Slide

Je vindt een organismen met: een celkern, een celwand maar geen bladgroenkorrels, tot welk rijk behoort dit organisme?
A
Planten
B
Dieren
C
Schimmels
D
Bacterien

Slide 6 - Quiz

De 2 hoofdgroepen verdelen we in 4 rijken, waar verdelen we deze 4 rijken in?
A
In stammen
B
In ordes
C
In soorten
D
In klassen

Slide 7 - Quiz

Slide 8 - Slide

Wanneer horen organismen tot dezelfde soort?

Slide 9 - Open question

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Welke 2 kenmerken gebruiken we voor het indelen van het rijk van de dieren?
A
symmetrie en leefomgeving
B
skelet en manier van voortplanten
C
manier van voortplanten en leefomgeving
D
skelet en symmetrie

Slide 12 - Quiz

Tot welke stam van de
dieren
hoort dit dier?
A
Gewervelden
B
Geleedpotigen
C
Neteldieren
D
Weekdieren

Slide 13 - Quiz

Tot welke stam van de
dieren
hoort dit dier?
A
Sponsdieren
B
Geleedpotigen
C
Gewervelden
D
Stekelhuidigen

Slide 14 - Quiz

Tot welke stam van de
dieren
hoort dit dier?
A
Sponsdieren
B
Weekdieren
C
Stekelhuidigen
D
Neteldieren

Slide 15 - Quiz

Slide 16 - Slide

Op welke twee manieren kunnen de vaatplanten zicht voortplanten?

Slide 17 - Open question

Een plant met bloemen, stengels, wortelen en bladeren hoort tot de sporenplanten.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 18 - Quiz

Tot welke groep behoort
de plantensoort die
je hier ziet?
A
Groenwieren
B
Vaatplanten
C
Sporenplanten
D
Zaadplanten

Slide 19 - Quiz

Wat betekend determineren?

Slide 20 - Open question

Slide 21 - Slide

Welke kenmerken horen bij de schimmels?
A
Geen celkern, wel bladgroenkorrels, wel celwand
B
Wel celkern, wel bladgroenkorrels, wel celwand
C
Wel celkern, geen bladgroenkorrels, wel celwand
D
Wel celkern, geen bladgroenkorrels, geen celwand

Slide 22 - Quiz

Noem een voorbeeld hoe een schimmel nuttig kan zijn.

Slide 23 - Open question

Noem een voorbeeld hoe een schimmel schadelijk kan zijn.

Slide 24 - Open question

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Slide

Wat is biotechnologie?

Slide 27 - Open question

Welke kenmerken horen bij de bacteriën?
A
Geen celkern, wel bladgroenkorrels, geen celwand
B
Geen celkern, geen bladgroenkorrels, wel celwand
C
Wel celkern, geen bladgroenkorrels, wel celwand
D
Wel celkern, wel bladgroenkorrels, geen celwand

Slide 28 - Quiz

Juist of onjuist: bacteriën kunnen zich wel iedere 20 minuten delen.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 29 - Quiz

Juist of onjuist: bacteriën leven alleen op specifieke plaatsen.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 30 - Quiz

Juist of onjuist: je kunt bacteriën nooit zien met het blote oog.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 31 - Quiz

Juist of onjuist: bacteriën worden net zoals schimmels ook gebruikt voor biotechnologie.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 32 - Quiz

Slide 33 - Slide

Slide 34 - Slide

Slide 35 - Slide

Je vind een koudbloedig dier met een slijm huid, kieuwen en eieren zonder schaal, tot welke groep hoort dit dier?
A
Zoogdieren
B
Reptielen
C
Vogels
D
Amfibieën

Slide 36 - Quiz

Je vind een warmbloedig dier, met haren, longen en levend barende nakomelingen, tot welke groep hoort dit dier?
A
Zoogdieren
B
Reptielen
C
Vissen
D
Vogels

Slide 37 - Quiz

Slide 38 - Slide