4.4 - Signaalwoorden en tekstverbanden

Tekstverbanden
&
 Signaalwoorden
1 / 19
next
Slide 1: Slide
NederlandsMBOStudiejaar 4

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Tekstverbanden
&
 Signaalwoorden

Slide 1 - Slide

Om mijn Engels te verbeteren, gebruik ik een online cursus Engels.
A
oorzaak/gevolg
B
reden
C
doel/middel
D
toelichting

Slide 2 - Quiz

Voordat Peter naar school gaat, ontbijt hij met zijn moeder. Daarna vertrekt hij naar zijn vriend.
A
opsommend tekstverband
B
tijdsvolgorde
C
tegenstellend tekstverband
D
doel/middel verband

Slide 3 - Quiz

Net als in veel landen is het in Nederland verboden mensen te discrimineren op grond van ras.
A
vergelijkend
B
oorzaak/gevolg
C
toelichtend
D
voorwaardelijk

Slide 4 - Quiz

Doordat de brug open was, kwam Peter te laat op zijn werk.
A
tijdsvolgorde (chronologie)
B
oorzaak-gevolg
C
voorwaarde
D
reden

Slide 5 - Quiz

Vanwege het lawinegevaar konden wee niet gaan langlaufen.
A
oorzaak/gevolg
B
tijdsvolgorde
C
tegenstellend
D
concluderend

Slide 6 - Quiz

Deze gebruiksaanwijzing is bedoeld om u stap voor stap bekend te maken met de functies en onderdelen van het toestel.
A
Doel – middel
B
Tijd
C
Voorbeeld/toelichting
D
Tegenstelling

Slide 7 - Quiz

Nadat hij spareribs had gegeten, werd Yoeri plotseling erg misselijk.
A
Samenvatting/ conclusie
B
Tijd
C
Probleem – oplossing
D
Oorzaak – gevolg

Slide 8 - Quiz

Mijn moeder heeft veel hobby's, zoals haken, fietsen en lezen.
A
Voorbeeld/toelichting
B
Voorwaarde
C
Tegenstelling
D
Samenvatting/ conclusie

Slide 9 - Quiz

De handelaar beweerde dat het een origineel kunstwerk was, maar volgens mij was het gewoon een kopie.
A
Opsomming
B
Voorwaarde
C
Tegenstelling
D
Probleem – oplossing

Slide 10 - Quiz

Je mag deze cursus alleen volgen als je een mbo-diploma hebt.
A
Oorzaak – gevolg
B
Probleem – oplossing
C
Voorbeeld/toelichting
D
Voorwaarde

Slide 11 - Quiz

Veel jongeren zijn werkloos. Dat komt doordat het crisis is
A
Oorzaak – gevolg
B
Probleem – oplossing
C
Tijd
D
Samenvatting/ conclusie

Slide 12 - Quiz

Ik heb veel ervaring opgedaan tijdens mijn stage in het kinderdagverblijf. Daarnaast heb ik vrijwilligerswerk op een basisschool gedaan.
A
Tegenstelling
B
Voorwaarde
C
Tijd
D
Opsomming

Slide 13 - Quiz

Kortom, dit was de beste vakantie ooit!
A
Probleem – oplossing
B
Tijd
C
Samenvatting/ conclusie
D
Voorwaarde

Slide 14 - Quiz

Suus moest op haar stage alleen maar vervelende klusjes doen. Daarom ging ze met haar stagebegeleider praten.
A
Vergelijking
B
Probleem – oplossing
C
Tijd
D
Opsomming

Slide 15 - Quiz

Ik ben vandaag vrij, dus ik ga op visite bij mijn zus.
A
Tegenstelling
B
Opsomming
C
Conclusie
D
Voorbeeld

Slide 16 - Quiz

Welk tekstverband hoort bij de signaalwoorden MAAR / ECHTER / TOCH?

Slide 17 - Open question

Welk tekstverband hoort bij de signaalwoorden OM TE/MET BEHULP VAN / DAARMEE?

Slide 18 - Open question

Welk tekstverband hoort bij de signaalwoorden OMDAT/DAAROM/WANT?

Slide 19 - Open question