hoofdstuk 30

ondernemingsplan en bbs
1 / 21
next
Slide 1: Slide
BedrijfseconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

ondernemingsplan en bbs

Slide 1 - Slide

In 3 stappen naar beginbalans

Slide 2 - Slide

Investeringsbegroting
Welke investering in activa is er nodig? 
  • Vaste activa, voorraad, voorfinanciering vooraftrek omzetbelasting, debiteuren, privéopnamen? 

Slide 3 - Slide

Financieringsbegroting
Welke financieringsmogelijkheden zijn er? 
  • Hoeveel eigen vermogen dient er ingebracht te worden?

Slide 4 - Slide

30.2 Exploitatiebegroting
Overzicht van begrote opbrengsten en kosten

Slide 5 - Slide

30.2 Liquiditeitsbegroting
Overzicht van begrote uitgaven en ontvangsten 
Beginsaldo bank + kas   
Ontvangsten+
.                         Uitgaven -
Eindsaldo bank + kas  

Slide 6 - Slide

Balanced Scorecard

Slide 7 - Slide

Van doelstelling naar KPI

Slide 8 - Slide

Balanced scorecard
Financieel succes is doel van onderneming, maar hangt af van meer factoren dan alleen financieel beleid. 

Hoe beoordelen klanten ons? 
Hoe efficient werken we? 
Hoe innovatief zijn we? 

Slide 9 - Slide

Balanced scorecard: KSF
Om op lange termijn succesvol te zijn formuleren ondernemingen kritische succesfactoren (KSF) 

Wat moeten we goed doen om op lange termijn succesvol te kunnen zijn? 

Slide 10 - Slide

Balanced scorecard
Om de kritische succesfactoren te realiseren worden kritische prestatie-indicatoren (KPI) vastgesteld


Wanneer doen we het goed?


- meetinstrument
- meetschaal
Klanttevredenheid: meetinstrument bijv. enquete
Meetschaal cijfer klanttevredenheid 1-10
Doelstelling minimaal gemiddelde beoordeling bijv. 8
Meetistrument: omzet/ winst/ rendement eigen vermogen. 
Meetschaal euro/ procentueel
Doelwaarde: bedrag of percentage
KSF: behoud personeel
KPI: % personeelsverloop (% medewerkers uit dienst per periode), Doelwaarde < 5% 
KSF: Nieuwe producten op de markt brengen
KPI: aantal nieuwe producten
Meetschaal/ doel = aantal (minimumwaarde) 

Slide 11 - Slide

KSF'en voor luchtvaartmaatschappij
“Twee vliegtuigmaatschappijen hebben als doelstelling voor het
komende jaar het vergroten van hun marktaandeel – het uitvoeren
van meer vluchten.

Beide denken zij na over de manier hoe zij dat kunnen
bewerkstelligen: zij proberen hun succesfactoren te definiëren.

De ene vliegtuigmaatschappij heet Ryanair en de ander KLM.”

Welke succesfactoren zijn voor elk van de maatschappijen kritiek?
Zijn er verschillen te constateren?

Slide 12 - Slide

KSF'en voor luchtvaartmaatschappij
bron:jmsadvies.com

Slide 13 - Slide

Een resultatenbegroting is een resultatenrekening in de toekomst
A
waar
B
niet waar

Slide 14 - Quiz

Wat betekend ksf?
A
kapot sok foetsie
B
kritische succes factor
C
kritieke seriele fiets
D
kritisch secundaire financien

Slide 15 - Quiz

Wat hoort niet bij de business balanced scorecard
A
kpi
B
ksf
C
bsi
D
dashboard

Slide 16 - Quiz

Openingsbalans = investeringsbegroting en liquiditeitsbegroting















































A
Juist
B
Onjuist

Slide 17 - Quiz

In de balanced scorecard wordt de visie en strategie van een bedrijf uitgewerkt in vier deelgebieden.
Eén deelgebied is 'financiën'.
De drie niet-financiële deelgebieden zijn:
A
Klanten
B
Innovatie en groei
C
Sales
D
Interne bedrijfsprocessen

Slide 18 - Quiz

De investeringsbegroting komt overeen met de ...? van de balans
A
linkerkant
B
rechterkant

Slide 19 - Quiz

Waar gaat het over in de investeringsbegroting?
A
Winst & verliesrekening
B
Activa op balans
C
Passiva op balans
D
Geld in kas en op de bank

Slide 20 - Quiz

Wat staat er op een exploitatiebegroting?
A
Kosten en opbrengsten
B
Kosten en ontvangsten
C
Uitgaven en opbrengsten
D
Uitgaven en ontvangsten

Slide 21 - Quiz