1 Wat een talent - Grammatica 1.7

Nederlands

Nederlands
1 / 46
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1

This lesson contains 46 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Nederlands

Nederlands

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Wat was het leukste dit weekend?

Slide 3 - Open question

Hoe voel je je vandaag?
😒🙁😐🙂😃

Slide 4 - Poll

Grammatica
Wat weten we al?

Slide 5 - Slide

het werkwoord
Wat is het? Heb je een voorbeeld?

Slide 6 - Open question

de persoonsvorm
Wat is het? Heb je een voorbeeld?

Slide 7 - Open question

het lidwoord
Wat is het? Heb je een voorbeeld?

Slide 8 - Open question

het onderwerp
Wat is het? Heb je een voorbeeld?

Slide 9 - Open question

de zinsdelen
Wat is het? Heb je een voorbeeld?

Slide 10 - Open question

het zelfstandig naamwoord
Wat is het? Heb je een voorbeeld?

Slide 11 - Open question

het gezegde
Wat is het? Heb je een voorbeeld?

Slide 12 - Open question

het bijvoeglijk naamwoord
Wat is het? Heb je een voorbeeld?

Slide 13 - Open question

de woordsoorten
Wat is het? Heb je een voorbeeld?

Slide 14 - Open question

Grammatica
Ik kan de persoonsvorm vinden in de zin. 

Slide 15 - Slide

Persoonsvorm

Is altijd een werkwoord.
Staat in elke zin.
pv




 

Slide 16 - Slide

Persoonsvorm vinden
Door de tijd van de zin te veranderen.

Tegenwoordige tijd
Verleden tijd

Het woord dat verandert is de persoonsvorm. 

Slide 17 - Slide

Instructie
Max loopt over straat.
Morgen eet ik bij mijn oma. 
Ik was heel erg boos op jou.
Ik pakte mijn tas uit de kast. 

1. Kijk in welke tijd de zin staat.
2. Zet de zin in de andere tijd.

Slide 18 - Slide

Opdracht
Zet de zin in de andere tijd.

Slide 19 - Slide

Ik ga naar het strand.

Slide 20 - Open question

Ik was op vakantie.

Slide 21 - Open question

Ik wandel door het bos.

Slide 22 - Open question

Ik sprong op de bank.

Slide 23 - Open question

Opdracht
Schrijf de persoonsvorm in de zin op. 

Voorbeeld:
Ik bel elke dag met mijn vrienden. 

Slide 24 - Slide

Ze gaat naar school.

Slide 25 - Open question

Max speelde gitaar tijdens de les.

Slide 26 - Open question

Haar vriendin was heel erg ziek.

Slide 27 - Open question

Ze praat heel graag met haar juf.

Slide 28 - Open question

Songtekst
Luister naar het liedje
Kleur de persoonsvormen

Slide 29 - Slide

Songtekst
Schrijf de persoonsvormen op in de andere tijd

Slide 30 - Slide

Aan het werk
Maken: 
Opdracht 1 t/m 5
Opdracht 7
Opdracht 8 - zin 1 en 2
Opdracht 9

Klaar:
Test Jezelf Grammatica (1.7)


timer
1:00

Slide 31 - Slide

Nakijken

Slide 32 - Slide

Slide 33 - Slide

Slide 34 - Slide

Slide 35 - Slide

Slide 36 - Slide

Slide 37 - Slide

Slide 38 - Slide

Evalueren
Sneeuwbalmethode

1. Vul je naam in.
2. Schrijf je antwoord op.
3. Maak er een sneeuwbal van (prop).
4. Wacht op het seintje en gooi hem door de klas.
5. Wacht op het seintje en zoek een sneeuwbal op.

Slide 39 - Slide

Vraag 1
Heb jij het doel van de les behaald? Waarom wel of niet?

Slide 40 - Slide

Vraag 2
Ben je tevreden over jouw werkhouding? 
Waarom?

Slide 41 - Slide

Vraag 3
Welke smiley vind jij passen 
bij de les? Waarom?

Slide 42 - Slide

Vraag 4
Hoe ging het samenwerken?

Slide 43 - Slide

Vraag 5
Heb jij een tip of een top (of allebei) voor de docent?

Slide 44 - Slide

Exit-ticket

Slide 45 - Slide

Exit ticket
1. Wat is de persoonsvorm in deze zin? Schrijf de pv op.
Om kwart over acht begint de eerste les.

2. Verander de zin van tijd. Schrijf de hele zin op.
Om half acht ga ik naar school.

3. Wat is de persoonsvorm? Kies 1 woord.
jij - waar - fiets - morgen

Slide 46 - Slide