1. Wat is het symbool van de grootheid lading? Wat is de eenheid van lading (in woorden)? Wat is het symbool van de eenheid van lading?
Slide 2 - Open question
2. Hoe groot is de lading van één elektron? Hoeveel elektronen zitten er dus in één Coulomb (negatieve) lading? Laat je berekening zien!
Slide 3 - Open question
3. Wat is het symbool en de eenheid van de grootheid stroomsterkte? Geeft twee mogelijke eenheden.
Slide 4 - Open question
4. Wat houdt kortsluiting in? Wat heeft dit tot gevolg voor de stroom? Gebruik de term 'weerstand' in je antwoord.
Slide 5 - Open question
Door kortsluiting kan er een gevaarlijk hoge stroom ontstaan. 5. Op welke andere manier kan er een hoge stroom ontstaan? Hoe heet het als dit gebeurt?
Slide 6 - Open question
6. Noem twee veiligheidsmaatregelen in je huis die voorkomen dat er een hoge stroom ontstaat, of die er voor zorgen dat, als er een hoge stroom ontstaat , deze geen kwaad kan aanrichten. Geef duidelijk aan welke maatregel bij welk 'probleem' hoort.
Slide 7 - Open question
7. Geef het symbool en de eenheid van de grootheid spanning. Leg ook uit wat deze spanning nu precies betekent met betrekking tot lading en energie. Geef dus ook twee eenheden voor de spanning.
Slide 8 - Open question
8. Hoe groot is de netspanning? En van een standaard batterij? Wat betekent dat in beide gevallen voor energie en lading?
Slide 9 - Open question
Als je nog iets niet begreep, geef dat dan zo duidelijk mogelijk aan.