Rekenen Snappet blok 9 les 6a

1 / 14
next
Slide 1: Slide
RekenenBasisschoolGroep 6

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Rekenles blok 9 les 6a

346B. Een deel van een geheel bepalen met een strook of een cirkel.

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Automatiseren
Werk 10 minuten aan automatiseren les 24

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Een plank is 200 cm (of 2 meter) lang. 



                                               200cm         

Hoeveel centimeter is dan de helft van de plank (1/2 deel)?

De helft van 200 is 100 er gaan dus twee stukken van 100 cm in 200 cm. 

Je kunt ook zeggen dat je 200 door 2 deelt.
200:2=100



Slide 6 - Slide


1/3 deel betekent dat je een stuk in drie gelijke stukken verdeelt en er 1 stuk van neemt.

Als een plank 240 cm is, hoe kun je dan weten hoe groot de stukken moeten zijn?


                                                      
240 cm verdelen in 3 gelijke stukken = 240 :3= 80cm

1/3=80cm
2/3=80+80=160cm
3/3=80+80+80=240cm is 1 geheel





         240 cm
80cm                 80cm              80cm

Slide 7 - Slide



Er past 300 ml melk in. 

Hoe groot is dan 1/6 deel?

1/6 deel betekent dat je deelt in 6 gelijke stukken en er 1 deel van neemt. Dat is dus hetzelfde als delen door 6.                                                300 : 6 = 50 ml.

 Let op we gaan de breuken stappen toepassen!!! Deze stapen moet je gebruiken bij elke som van opgave 2!

We gebruiken het voorbeeld van het flesje, zie hierboven.
Gebruik een kladblaadje en doe mee!

                                                                 Zie volgende slide!






Slide 8 - Slide

1. Teken een cirkel

2. Schrijf het totaal er bij             300ml

3. Verdeel de cirkel in delen vb 1/6 dus deel de cirkel in 6 delen                       300ml=6/6=1
en schrijf de breuk in elk deel.

4. Deel nu het totaal (300 ml) door het aantal delen (6). 
Dus 300:6=50ml en schrijf het antwoord hiervan in elk deel.  

Nu weet je: 1/6 van 300ml is 50ml ------------------------------------->

Wat is dan vb: 2/6? 50ml+50 ml=100ml

4/6? 50ml+50ml+50ml+50ml=200ml

Slide 9 - Slide

Nu maak jij helemaal zelf een oefenopgave.
Je koopt een taart en die verdeel je in 8 stukken. 
De hele taart kost 40 euro. Hoeveel kost dan 1 stuk taart?
(1 van de 8 stukken=1/8)
Pas nu de breukenstapjes toe op je kladblaadje.

Hoeveel kosten 3 stukken taart? (3 van de 8 stukken=3/8)

Slide 10 - Slide

Aan de slag!
- Maak  som 2 (gebruik de breukenstapjes bij elke som)
Lukt dit niet? Maak dan eerst som 3. 
Ben je klaar?
Maak 20 sommen op +
35 op een leerdoel

Lever op de volgende sheet je uitrekenblad in!!! Alleen dan kunnen de juffen met je meekijken en je eventueel helpen.

Slide 11 - Slide

Lever hier een foto van je uitrekenblad in!

Slide 12 - Open question


Slide 13 - Open question


Slide 14 - Open question