Toetstraining H 10 en H11

• Biologie
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 4

Toetstraining H 10 en H11

Huidskleur is....

1. Erfelijk
2. Niet-erfelijk
3. Aanleg

Is de haarkleur erfelijk?

1. Ja
2. Nee

Een litteken is.....

1. Erfelijk
2. Niet-erfelijk
3. Aanleg

Paars haar hebben is.....

1. Erfelijk
2. Niet-erfelijk
3. Aanleg

Heel creatief zijn is.....

1. Erfelijk
2. Aangeboren
3. Aanleg

Je hebt het genotype en het fenotype.
Wat wordt bedoeld met het genotype?

1. De erfelijke informatie op je chromosomen
2. Hoe je eruit ziet

Wat is het fenotype?

1. Een combinatie van erfelijke aanleg en de invloed van omgevingsfactoren
2. Je innerlijk
3. Alle erfelijke eigenschappen
4. Je uiterlijk

Iemand heeft voor een eigenschap genotype Aa. Wat voor genotype is dit?

1. Homozygoot
2. Heterozygoot
3. Dominant
4. Recessief

Wat is homozygoot dominant?

1. Aa
2. aa
3. AA
4. Aa

Hoe noteer je homozygoot recessief?

1. aa
2. Aa
3. AA

Homozygoot of heterozygoot?

1. Homozygoot
2. Heterozygoot

Waarvoor gebruik je een kruisingsschema?

1. Om uit te zoeken hoe de grootouders van twee ouders eruit zien
2. Om uit te zoeken welke eigenschappen er in geslachtscellen zitten
3. Om uit de genotypen van de ouders de genotypen van de kinderen te bepalen
4. Om uit te zoeken welke eigenschap dominant en welke eigenschap recessief is

Bij het maken van een kruisingsschema gebruiken we de

1. Stamcellen
2. Lichaamscellen
3. Geslachtscellen
4. Weefsels

Klopt het kruisingsschema?
bruin = dominant
blauw = recessief
Rex (vader) = heterozygoot
Floor (moeder) = blauwe ogen

1. Juist
2. Onjuist
3. Snap hier niets van

Een heterozygoot zwart mannetjes konijn kruist met een wit vrouwtje. Zwart is dominant over wit.
Wat is het genotype van beide ouders?

1. Mannetje: AA Vrouwtje: Aa
2. Mannetje: aa Vrouwtje: Aa
3. Mannetje: Aa Vrouwtje: Aa
4. Mannetje: Aa Vrouwtje: aa

Een heterozygoot zwart mannetjes konijn kruist met een wit vrouwtje. Zwart is dominant over wit.
Hoe groot is de kans op een wit konijn? (kruisingsschema maken voor jezelf!)

1. 0%
2. 25%
3. 50%
4. 100%

Homozygoot

Homozygoot

Homozygoot

Heterozygoot

Heterozygoot

Heterozygoot

Dominant

Dominant

Dominant

Recessief

Recessief

Recessief

6.1.Zie je in de afbeelding het fenotype of het genotype van de baby?

1. Fenotype
2. Genotype

Hoe ontstaat het fenotype?

1. Invloed van de omgeving
2. Invloed van de omgeving en genotype
3. Door het genotype

Hoe noemen we de erfelijke eigenschappen die op de chromosomen liggen?

1. Fenotype
2. Genotype

Welke van de twee kan je in je leven veranderen?

1. Genotype
2. Fenotype

Een mens heeft 46 chromosomen?

1. Juist
2. Onjuist

Bij de mitose ontstaan nieuwe cellen die..........

1. Een ander aantal chromosomen heeft
2. Het zelfde aantal chromosomen heeft

Een organisme heeft in een lichaamscel 23 paar chromosomen.
Hoeveel chromosomen zitten er dan in een geslachtscel.

1. 23 paar
2. 46
3. 46 paar
4. 23

Eicellen van een plant bevatten 16 chromosomen. Hoeveel chromosomen bevat de cel van een blad van deze plant?

1. 16
2. 32

Hoe noemen we de erfelijke eigenschappen die op de chromosomen liggen?

1. Fenotype
2. Genotype

Reductiedeling noemen we ook wel ...

1. Mitose
2. Matrose
3. Microse
4. Meiose

De kern van een bepaalde cel van een wasbeer bevat 19 chromosomen.

Is deze cel ontstaan door gewone celdeling of reductiedeling?

1. gewone celdeling
2. reductiedeling

Welk onderdeel voegt vocht en voedingsstoffen toe aan de zaadcellen?

1. De bijbal
2. De prostaat
3. Het zaadblaasje
4. De zwellichamen

Het gevoeligste deel van het vrouwelijk geslachtsorgaan is

1. De schaamlippen
2. De vagina
3. De clitoris
4. De eierstokken

wat gebeurt er tijdens dag
1 t/m 5

1. ovulatie
2. innesteling
3. menstruatie
4. bevalling

Hoeveel dagen duurt een menstruatiecyclus ongeveer?

1. 10
2. 14
3. 28
4. 35

De menstruatie wordt geregeld door hormonen

1. Juist
2. Onjuist

Waarvoor dient de opbouw van het baarmoederslijmvlies?

1. Om bevruchting mogelijk te maken
2. Om innesteling mogelijk te maken
3. Om menstruatie mogelijk te maken

Ontsluiting

Uitdrijving

Nageboorte

Baarmoederhals wordt wijder

Kind wordt naar buiten geperst

Placenta en vruchtvliezen verlaten het lichaam

Waar vindt de bevruchting ook al weer plaats?

1. In de eierstok
2. In de eileider
3. In de baarmoeder
4. In de vagina

Waarmee vullen de zwellichamen zich wanneer de penis stijf wordt?

1. Met water
2. Met vocht
3. Met bloed
4. Met zaadcellen

Wat is de taak van de bijballen?

1. maken van zaadcellen
2. zaadcellen op de juiste temperatuur houden
3. zaadcellen opslaan

Nummer 1 is?

nummer 1

1. prostaat
2. bijbal
3. teelbal
4. zaadblaasje