This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Lesson duration is: 40 min
Items in this lesson
Halloween
Slide 1 - Slide
Was weißt du schon über Halloween? Schrijf in het Nederlands/Duits op!
Slide 2 - Mind map
Wie gefällt dir Halloween? Findest du es gruselig, lustig, gesellig – oder alles zusammen? Was gefällt die am besten? Was machst du dieses Jahr an Halloween?
Slide 3 - Open question
Bekijk nu nog een keer het filmpje en beantwoord de vragen!
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Video
Woher kommt die Jack o' Lantern?
A
Irland
B
Schottland
C
Die USA
D
Deutschland
Slide 6 - Quiz
In was verwandelt (=verandert) der Teufel sich, wann er Jacks letztes Bier bezahlt?
A
Ein Kaufmann
B
Eine Kürbisse
C
Eine Rübe
D
Eine Münze
Slide 7 - Quiz
Wie kam Halloween nach Amerika?
Slide 8 - Open question
Oorspronkelijk was de bekende pompoen een raap. Waarom werd dit uiteindelijk veranderd?
Slide 9 - Open question
Op welke dag wordt Halloween gevierd?
A
1 november
B
31 oktober
C
30 oktober
D
Vandaag!
Slide 10 - Quiz
Was bedeutet das Wort "Halloween" (All Hallows´ Eve)?
A
Der Abend vor Allerheiligen
B
Der Abend zum Weinen
C
Der Abend vor
Samhain
D
Der Abend des Teufels
Slide 11 - Quiz
Sleep nu de goede plaatjes naar de juist begrippen!
Slide 12 - Slide
Kelten
Allerheiligen
Rüben
Totenreich
Allerseelen
Samhain
Jack o' Lantern
Verschwimmen der Weltgrenzen
Das Gedenken der Toten
1 November
Slide 13 - Drag question
Lees nu de volgende tekstjes. Na elke tekst komen er een paar vragen. Beantwoord deze!
Slide 14 - Slide
Slide 15 - Slide
Halloween is een heidens feest
A
Richtig
B
Falsch
Slide 16 - Quiz
Martin Luther heeft het feest afgeschaft
A
Richtig
B
Falsch
Slide 17 - Quiz
Slide 18 - Slide
Wat komt er, volgens de tekst, tijdens Halloween allemaal voorbij?
Slide 19 - Open question
Slide 20 - Slide
De heksen vieren hun feesten in een gebergte. Welk gebergte is dit?(Let op de hoofdletters!= aardrijkskundige naam ;))
Slide 21 - Open question
Laatste vraag: schrijf nu voor jezelf 5 Duitse woorden op die met Halloween te maken hebben. Vul deze in! Je mag hiervoor een online woordenboek gebruiken.