This lesson contains 45 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Lesson duration is: 70 min
Items in this lesson
Hallo alle zusammen
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
De duivel gaf Jack een hete kool die hij in een knol stopte. Wat symboliseerde die kool?
A
het licht van de toekomst
B
het brandende licht van de hel
C
aandenken aan de hel
D
het was een aalmoes (gift) van de duivel
Slide 3 - Quiz
Welke deal sloot Jack met de duivel?
A
Ze dronken nog een biertje en Jack betaalde.
B
De duivel en Jack besloten elkaar met rust te laten.
C
Jack liet de duivel vrij in ruil voor een extra jaar te leven.
Slide 4 - Quiz
De knol werd uiteindelijk een pompoen, hoe dat zo?
A
Toen Halloween in Amerika kwam, hadden ze daar geen knollen en dus namen ze pompoenen.
B
In Amerika lusten ze geen knollen, dus gebruikten ze de pompoen.
C
In Amerika had je relatief weinig knollen en dus werden er pompoenen gebruikt.
Slide 5 - Quiz
Aus welchem Land stammt "Halloween" ?
A
Amerika
B
Irland
C
Deutschland
D
England
Slide 6 - Quiz
De duivel gaf Jack een hete kool die hij in een knol stopte. Wat symboliseerde die kool?
A
het licht van de toekomst
B
het brandende licht van de hel
C
aandenken aan de hel
D
het was een aalmoes (gift) van de duivel
Slide 7 - Quiz
Welke deal sloot Jack met de duivel?
A
Ze dronken nog een biertje en Jack betaalde.
B
De duivel en Jack besloten elkaar met rust te laten.
C
Jack liet de duivel vrij in ruil voor een extra jaar te leven.
Slide 8 - Quiz
Aus welchem Land stammt "Halloween" ?
A
Amerika
B
Irland
C
Deutschland
D
England
Slide 9 - Quiz
De knol werd uiteindelijk een pompoen, hoe dat zo?
A
Toen Halloween in Amerika kwam, hadden ze daar geen knollen en dus namen ze pompoenen.
B
In Amerika lusten ze geen knollen, dus gebruikten ze de pompoen.
C
In Amerika had je relatief weinig knollen en dus werden er pompoenen gebruikt.
Slide 10 - Quiz
Was wisst ihr von Halloween?
Slide 11 - Mind map
Wie gefällt dir Halloween? Findest du es gruselig, lustig, gesellig – oder alles zusammen? Was gefällt die am besten? Was machst du dieses Jahr an Halloween?
Slide 12 - Open question
Schrijf in minimaal 40 woorden een samenvatting van het filmpje over Halloween.
Slide 13 - Slide
Slide 14 - Video
Schrijf in minimaal 40 woorden een samenvatting van het filmpje over Halloween.
Slide 15 - Slide
Op welke dag wordt Halloween gevierd?
A
1 november
B
31 oktober
C
30 oktober
D
Vandaag!
Slide 16 - Quiz
Was bedeutet das Wort "Halloween" (All Hallows´ Eve)?
A
Der Abend vor Allerheiligen
B
Der Abend zum Weinen
C
Der Abend vor
Samhain
D
Der Abend des Teufels
Slide 17 - Quiz
Aus welchem Land stammt "Halloween" ?
A
Amerika
B
Irland
C
Deutschland
D
England
Slide 18 - Quiz
Welke deal sloot Jack met de duivel?
A
Ze dronken nog een biertje en Jack betaalde.
B
De duivel en Jack besloten elkaar met rust te laten.
C
Jack liet de duivel vrij in ruil voor een extra jaar te leven.
Slide 19 - Quiz
De duivel gaf Jack een hete kool die hij in een knol stopte. Wat symboliseerde die kool?
A
het licht van de toekomst
B
het brandende licht van de hel
C
aandenken aan de hel
D
het was een aalmoes (gift) van de duivel
Slide 20 - Quiz
De knol werd uiteindelijk een pompoen, hoe dat zo?
A
Toen Halloween in Amerika kwam, hadden ze daar geen knollen en dus namen ze pompoenen.
B
In Amerika lusten ze geen knollen, dus gebruikten ze de pompoen.
C
In Amerika had je relatief weinig knollen en dus werden er pompoenen gebruikt.
Slide 21 - Quiz
Jack stierf kort nadat hij had afgesproken dat de duivel hem met rust zou laten, maar wat gebeurde er toen?
A
Hij was niet welkom in de hemel, maar mocht alsnog in de hel komen
B
Hij wilde niet naar de hemel, maar toch liever naar de hel.
C
Hij was niet welkom in de hemel en niet welkom in de hel en bleef dus als geest
D
Jack werd weer tot leven gewekt.
Slide 22 - Quiz
Welke deal sloot Jack met de duivel?
A
Ze dronken nog een biertje en Jack betaalde.
B
De duivel en Jack besloten elkaar met rust te laten.
C
Jack liet de duivel vrij in ruil voor een extra jaar te leven.
Slide 23 - Quiz
De knol werd uiteindelijk een pompoen, hoe dat zo?
A
Toen Halloween in Amerika kwam, hadden ze daar geen knollen en dus namen ze pompoenen.
B
In Amerika lusten ze geen knollen, dus gebruikten ze de pompoen.
C
In Amerika had je relatief weinig knollen en dus werden er pompoenen gebruikt.
Slide 24 - Quiz
Aus welchem Land stammt "Halloween" ?
A
Amerika
B
Irland
C
Deutschland
D
England
Slide 25 - Quiz
De duivel gaf Jack een hete kool die hij in een knol stopte. Wat symboliseerde die kool?
A
het licht van de toekomst
B
het brandende licht van de hel
C
aandenken aan de hel
D
het was een aalmoes (gift) van de duivel
Slide 26 - Quiz
Sleep nu de goede plaatjes naar de juist begrippen!
Slide 27 - Slide
Kelten
Allerheiligen
Rüben
Totenreich
Allerseelen
Samhain
Jack o' Lantern
Verschwimmen der Weltgrenzen
Das Gedenken der Toten
1 November
Slide 28 - Drag question
Lees nu de volgende tekstjes. Na elke tekst komen er een paar vragen. Beantwoord deze!
Slide 29 - Slide
Slide 30 - Slide
Halloween is een heidens feest
A
Richtig
B
Falsch
Slide 31 - Quiz
Martin Luther heeft het feest afgeschaft
A
Richtig
B
Falsch
Slide 32 - Quiz
Slide 33 - Slide
Wat komt er, volgens de tekst, tijdens Halloween allemaal voorbij?
Slide 34 - Open question
Slide 35 - Slide
De heksen vieren hun feesten in een gebergte. Welk gebergte is dit?(Let op de hoofdletters!= aardrijkskundige naam ;))
Slide 36 - Open question
Welke bevolkingsgroep begon met Halloween?
A
Romeinen
B
Grieken
C
Kelten
D
Perzen
Slide 37 - Quiz
Uit welk Keltisch feest is Halloween voortgekomen?
A
Samhain
B
Coamhain
C
Ostara
D
Allerheiligen
Slide 38 - Quiz
Waarvan is de naam Halloween afgeleid?
A
All Hallow's Eve
B
All Hail's Eve
C
All Havens Eve
D
All Holy Eve
Slide 39 - Quiz
Hoe noemt je het oranje ding waar we gezichten uitsnijden op Halloween?
A
pompoen
B
wortel
C
tomaat
D
komkommer
Slide 40 - Quiz
Waar werd vroeger al een suikerbiet uitgehold met Halloween?
A
Engeland
B
Europa
C
Nederland
D
Ierland
Slide 41 - Quiz
De Halloween kleuren oranje en zwart zijn symbool voor?
A
Oogst en dood
B
Dag en nacht
C
Zon en maan
D
Vuur en as
Slide 42 - Quiz
Laatste vraag: schrijf nu voor jezelf 5 Duitse woorden op die met Halloween te maken hebben. Vul deze in! Je mag hiervoor een online woordenboek gebruiken.
Slide 43 - Open question
Vertaal deze tekst, schrijf het op je papier en lever je papier in.