1.3.2 Lezen

Hoofdgedachte
De hoofdgedachte van een tekst is de belangrijkste gedachte die de schrijver over het onderwerp heeft. Een hoofdgedachte bestaat uit één zin. 
1 / 14
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 20 min

Items in this lesson

Hoofdgedachte
De hoofdgedachte van een tekst is de belangrijkste gedachte die de schrijver over het onderwerp heeft. Een hoofdgedachte bestaat uit één zin. 

Slide 1 - Slide

Hoofdgedachte: Wat betekent het eigenlijk?
Het woord ‘hoofdgedachte’ bestaat eigenlijk uit twee woorden die aan elkaar geplakt zijn: ‘hoofd’ en ‘gedachte’. Laten we die twee eens apart bekijken.

Het woord ‘hoofd’ kan natuurlijk verwijzen naar dat ding dat vast zit aan je nek. Over dat hoofd hebben we het nu niet. ‘Hoofd’ heeft nog een andere betekenis, namelijk ‘belangrijk’. Een hoofdgerecht is het belangrijkste gerecht van de avond. Het hoofd van de school is de directeur. Ook belangrijk dus. Dan naar het tweede deel: ‘gedachte’. De betekenis van ‘gedachte’ is ‘iets wat iemand denkt’. De hoofdgedachte is dus het belangrijkste wat iemand denkt.

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Twee jaar geleden is een vriend van je verhuisd naar Maastricht. In de komende vakantie komt hij vier dagen logeren. Hij komt met het openbaar vervoer. Je schrijft een mail waarin je hem uitlegt op welk station hij moet uitstappen en welke tram of bus hij daarna moet nemen.
Wat is de hoofdgedachte van deze e-mail?

Slide 6 - Open question

Welk tekstdoel hoort bij deze situatie?
A
instrueren
B
informeren
C
amuseren
D
overtuigen

Slide 7 - Quiz

Je mailt je docent Nederlands. Je moet een boekverslag maken, maar je komt er niet goed uit. Je wil graag wat meer uitleg.

Wat is de hoofdgedachte van deze e-mail?

Slide 8 - Open question

Wat zijn hoofdzaken?

Slide 9 - Open question

Wat zijn hoofd- en bijzaken?

Slide 10 - Slide

Hoofd- en bijzaken

Slide 11 - Slide

Hoofd- en bijzaken

Slide 12 - Slide

Hoofd - en bijzaken
hoofdzaken
bijzaken
- belangrijk
- inleiding en slot
- kernzin (1e zin alinea)
- belangrijk voor maken samenvatting
- minder belangrijk
- voorbeelden, getallen

Slide 13 - Slide

Waar in de tekst vind je vaak de hoofdzaken?
A
Inleiding
B
Middenstuk
C
Inleiding en (herhaald) slot
D
Middenstuk en (herhaald) slot

Slide 14 - Quiz