- Wissel je teksten en antwoorden uit met je buurman/-vrouw.
- Controleer of hij/zij een tekst heeft gevonden met alleen maar feiten en een tekst met daarin minstens één mening.
- Controleer of je het eens bent met de antwoorden op de vragen bij de teksten 1) Wat is het tekstdoel?, 2) Wat is de tekstsoort?, 3) Wat is de bron? en 4) Wat is de hoofdgedachte? (= wat zegt de schrijver over het onderwerp?)