Theorie werkwoordspelling
In de tegenwoordige tijd (nu) heb je verschillende soorten:
IK-VORM:
Ik lees een boek
Ik word moe van fietsen
JIJ-VORM / U-vorm / HIJ-VORM / ZIJ-VORM / HET-VORM ------> ALTIJD IK-VORM +T
Jij leest een boek / U leest een boek
Jij wordt moe van het fietsen / U leest een boek
WIJ-VORM / JULLIE-VORM / ZIJ-VORM --------> HELE WERKWOORD
Wij lezen een boek
Zij worden moe van het fietsen