8.4/8.5

Hoofdstuk 8 Werk

§ 8.4 Met werk kom je verder
§ 8.5 Als het tegenzit...
1 / 10
next
Slide 1: Slide
MaatschappijleerMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

This lesson contains 10 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Hoofdstuk 8 Werk

§ 8.4 Met werk kom je verder
§ 8.5 Als het tegenzit...

Slide 1 - Slide

LEERDOELEN

  • Aan het einde van de les moet je in eigen woorden twee voorbeelden kunnen noemen die je positie op de maatschappelijke ladder kunnen bepalen.
  • Aan het einde van de les moet je uit kunnen leggen waarom er sprake kan zijn van
    discriminatie op de arbeidsmarkt.

Slide 2 - Slide

Hoe is het toch mogelijk dat de mensen waar we overduidelijk niet zonder kunnen - vuilnismannen, politieagenten, verplegers - zo slecht verdienen, terwijl onbelangrijke, overbodige of zelfs schadelijke bankiers,  veel beter verdienen?

Boek: Waarom vuilnismannen meer verdienen dan bankiers

Slide 3 - Slide

Wie heeft er een hogere status?
A
Vuilnisman
B
Chefkok

Slide 4 - Quiz

Maatschappelijke ladder
  • Maatschappelijke ladder: alle maatschappelijke posities van laag naar hoog.
  • Voorbeeld: Een chirurg staat hoger op de ladder dan een verpleger.

Slide 5 - Slide

Maatschappelijke ladder
  • Je positie wordt bepaald door:
  1. geld en bezit
  2. aanzien (popsterren)
  3. status (van beroep door opleiding)
  4. talent
  5. kennis en vaardigheden
  6. macht
  7. verantwoordelijkheid
  • Ladder ook persoonlijk, meer status voor Messi of chirurg?

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Noem drie factoren die je maatschappelijke positie bepalen

Slide 8 - Open question

Discriminatie
  • Discriminatie op de werkvloer kan op verschillende manieren:
  1. Tegen vrouwen (zwanger kunnen worden, parttime willen werken)
  2. Niet-Nederlandse achtergrond (liever een "Nederlander")
  3. Leeftijdsdiscriminatie: je bent te oud
  4. Handicap of ziekte (rolstoel bv en daarom mentaal ook niet goed mee kunnen).

Slide 9 - Slide

§ 8.4/8.5 Aan de slag!
1. Ga naar blz. 153 van je werkboek
2. Maak de opdrachten 3, 4, 7 en 9.
3. Ga naar blz. 156 van je werkboek
2. Maak de opdrachten 1 + 10.
4. Klaar? Laat je antwoorden controleren door de docent.

Slide 10 - Slide