4.3 en 4.4 machtige kerk en staat

De machtige kerk en staat
paragraaf 4.3 en 4.4
1 / 15
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

This lesson contains 15 slides, with interactive quiz and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

De machtige kerk en staat
paragraaf 4.3 en 4.4

Slide 1 - Slide

Programma
  • terugblik 4.1 en 4.2
  • uitleg 4.3 en 4.4
  • laatste tips voor de toets
  • quiz?? 

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Wat was de functie van...?
  • een gilde
  • de schout
  • de schepenen
  • het vroedschap 
  • geldwisselaar 

Slide 4 - Slide

Maak de goede combinaties tussen betekenis en begrip.
Betekenis
Begrip
Het recht van een stad op een eigen bestuur.
Tijd van steden en staten (1000-1500)
Beroep waarbij je producten met de hand maakt.
speciale voorrechten die een stad of persoon kon krijgen
Groep steden die met elkaar samenwerkten om meer handel te krijgen
geld wat je extra over je lening moet terugbetalen
stadsrechten
late Middeleeuwen
ambacht
privileges
Hanze
rente

Slide 5 - Drag question

De machtige kerk en staat

Slide 6 - Slide

lesdoel
aan het eind van deze les:
  • weet je hoe christenen zich gedroegen tegenover anderen
  • weet je hoe en waarom de kruistochten plaatsvonden
  • weet je hoe Europese vorsten machtiger werden
  • Weet je hoe vorsten samenwerkten met de 3 standen

Slide 7 - Slide

De kerk
de kerk hadden verschillende waarden(=wat mensen belangrijk vinden)
  •  leven na de dood
  • liefdadigheid (helpen vd. zwakke)
  • heiligen eren (bedevaart)

mensen die afweken vd. norm waren Ketters of Heksen

Slide 8 - Slide

Jeanne d'Arc (martelares, 1431)

Slide 9 - Slide

Joden
  • joden werden veel gehaat = antisemitisme
  • afwijking vd norm: geen varkensvlees eten, sabbat op zaterdag ipv. zondag

  • Hygiënischer: minder pest onder joden dan christenen --> Pogroms (=moordpartijen op Joden) 

Slide 10 - Slide

Kruistochten
  • Jeruzalem: heilige stad, verovert door Moslims
  • 1096 N.C.: Paus gaf opdracht de stad terug te veroveren
  • lange strijd tussen de Christenen en Arabieren
  • Uiteindelijk zijn de kruisvaarders in 1291 vertrokken uit het Midden-Oosten, gebied bleef onder leiding van de Arabieren

Slide 11 - Slide

Machtige vorsten 

Slide 12 - Slide

Bestuur
  • koningen bestuurden hun land niet alleen, maar hulp van leenmannen
  • vanaf late middeleeuwen: staatsvorming (= land als één staat besturen)
  • koningen wilden hun land Centraliseren --> het land vanuit één punt besturen
  • via Stadsrechten kregen zij geld om ambtenaren in dienst te nemen --> hielpen de koning met besturen --> macht van de adel nam af

Slide 13 - Slide

Nederland
  • hertog Filips de Goede kreeg d.m.v. trouwen de leiding over meer gewesten

  • Centraliseerde NL: één rechtbank (overal zelfde regels) & belasting werd niet meer via edelen betaald maar aan de regering zelf

Slide 14 - Slide

Inspraak
  • burgers betaalden belasting dus wilden inspraak
  •  1e en 2e stand hadden al inspraak --> burgerij werd voortaan de 3e stand
  • wanneer vorsten advies nodig hadden kwam een vergadering in de Staten-Generaal 

Slide 15 - Slide