Poëzie - dichtsoorten naar de vorm (o.a. sonnet)



Poëzie - dichtsoorten naar de vorm (o.a. sonnet)
1 / 10
next
Slide 1: Slide
LiteratuurMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4,5

This lesson contains 10 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson



Poëzie - dichtsoorten naar de vorm (o.a. sonnet)

Slide 1 - Slide

Vraag 1
Tel de regels van de volgende gedicht in je bundel:
'Werkster' 

Slide 2 - Slide

Vraag 2
Wat is het rijmschema van deze dit gedicht?
Hoe noem je dit rijmschema?

Slide 3 - Slide

Vraag 3
Hoeveel regels hebben de strofes?
Benoem iedere strofe met de juiste term.
Is de opbouw van elk gedicht hetzelfde?

Slide 4 - Slide

Vraag 4
Lees het gedicht twee keer door.
Vat de inhoud van het gedicht samen.
Zie je in die samenvatting een verandering van de inhoud?
Zo ja, noem de regelnummers waartussen de verandering optreedt.

Slide 5 - Slide

Werkster - Gerrit Achterberg

Slide 6 - Slide

Vraag 6
Hier ligt Poot.
Hij is dood.

(H.C. Poot was een dichter.)

Schrijf een paar woorden op waarmee je dit gedicht kunt omschrijven.

Slide 7 - Slide

Vraag 7
Een eendagsvlieg uit de Vogezen
zat in zijn memoires te lezen..
Hij schrok toen hij zag
‘t is nog maar kort dag.
Een weekdier, dat wil ik graag wezen.

Noteer het rijmschema.
Wat geven de zelfstandige naamwoorden uit r. 1 aan?
Wat is het effect van r. 5?

Slide 8 - Slide

Vraag 8
Hoeveel regels heeft dit gedicht?
Hoeveel lettergrepen heeft elke regel?

Slide 9 - Slide

Vraag 9
Wat valt je op aan dit gedicht?

Slide 10 - Slide