Zinnen maken + inversie

Zinnen maken
wat is een goede zin
en maak er een vraag van
1 / 15
next
Slide 1: Slide
NT2Middelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Zinnen maken
wat is een goede zin
en maak er een vraag van

Slide 1 - Slide

Wat is een goede zin? 
      De man               pakt              het doosje       van de plank.
      Ik                           maak            een deuk          in de auto.
      De klok                hangt                                      aan de muur.
      De vis                   is                                                in de pan.

 


Wie/wat?
Persoon/mens/ding

Werkwoord. 
(doet)
wat. 
waar?

Slide 2 - Slide

1 = onderwerp
2a en 2b de persoonsvorm en andere werkwoorden
3 = een ander zinsdeel, extra informatie (tijd en plaats)

In een gewone zin komt eerst de tijd en dan de plaats.
Voorbeeld: Ik ben vandaag op school.

Slide 3 - Slide

Sleep de woorden naar de goede plaats. 
1
2
3
op vrijdag.
De les
is

Slide 4 - Drag question

Sleep de woorden naar de goede plaats. 
1
2
3
3
in het ziekenhuis.
vandaag
De dokter
werkt

Slide 5 - Drag question

Sleep de woorden naar de goede plaats. 
1
2
3
3
televisie.
De vrouw
kijkt
nu

Slide 6 - Drag question

Maak een vraag:
Wij vinden tekenen leuk.

Slide 7 - Mind map

Maak een vraag:
vissen leven in het water.

Slide 8 - Mind map

3 az tijd
2 pv
1 ond
3 az
plaats
gaat
wanneer
naar een andere school
de leerling

Slide 9 - Drag question

3 az
manier
vraagwoord
2 pv
1 ond
3 az
tijd
3 az
plaats
morgen
gaat
naar school
de leerling
hoe

Slide 10 - Drag question

3 az plaats
2 pv
1 ond
3 az tijd
3 az wat
een brood
bij de bakker
koopt
het meisje
elke dag

Slide 11 - Drag question

Schrijf een zin.
Begin met de tijd.

Slide 12 - Open question

Slide 13 - Video

Slide 14 - Video

Slide 15 - Video