What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Vraagzinnen met vraagwoorden en werkwoorden
Vraagzinnen maken
1 / 20
next
Slide 1:
Slide
NT2
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 1
This lesson contains
20 slides
, with
interactive quizzes
,
text slides
and
1 video
.
Lesson duration is:
30 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Vraagzinnen maken
Slide 1 - Slide
Vraagzinnen maken.
Het meisje ligt
in bed.
Ligt het meisje
in bed?
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Video
Vraagzinnen
Werkwoord
wie/wat?
wanneer/wat/waar?
Willen
jullie
thee?
Loopt
hij
altijd naar school?
Ga
jij
boodschappen doen?
Slide 4 - Slide
Let op!!!!!!!!!!!!!!
Vraagzin met jij?
T WEG
Jij loop
t
naar school.
Loop
jij naar school?
Slide 5 - Slide
gaan
wij
overmorgen
naar de tandarts
Slide 6 - Drag question
fietsen
zij
naar Frankrijk
volgende week
Slide 7 - Drag question
Maak een vraag:
jullie gaan elke dag naar de Jumbo.
Slide 8 - Mind map
Maak een vraag:
jij zwemt altijd op zondag.
Slide 9 - Mind map
Vraag
Welke vraagwoorden weet je?
Typ de vraagwoorden.
Slide 10 - Slide
Vraagwoorden
Slide 11 - Mind map
Vraagwoorden
De belangrijkste vraagwoorden
wie - wat - waar - wanneer - welke
waarom - hoe - hoeveel
Slide 12 - Slide
3-2-1-vraagzinnen en 1-2-3-vraagzinnen
met een vraagwoord aan het begin
Uitleg
Een gesloten vraag begint met de persoonsvorm.
Gaat het goed?
Een open vraag begint met een vraagwoord.
Hoe gaat het?
Een vraagwoord is meestal een ander zinsdeel (3).
Het vraagwoord 'wie' is meestal het onderwerp (1).
Slide 13 - Slide
3-2-1-vraagzinnen en 1-2-3-vraagzinnen
met een vraagwoord aan het begin
Voorbeelden
Wanneer
gaat
de jongen
naar Spanje?
3 ander zinsdeel
(tijd)
2 persoonsvorm
1 onderwerp
3 ander zinsdeel (
plaats)
Wie
gaat
morgen
Naar Spanje?
1 onderwerp
2 persoonsvorm
3 az (tijd)
3 az (plaats)
Slide 14 - Slide
3-2-1-vraagzinnen en 1-2-3-vraagzinnen
met een vraagwoord aan het begin
Opdracht
Maak vraagzinnen met een vraagwoord aan het begin.
Sleep de woorden naar de goede plaats.
Slide 15 - Slide
3 az tijd
2 pv
1 ond
3 az
plaats
gaat
wanneer
naar een andere school
de leerling
Slide 16 - Drag question
1 ond
2 pv
3 az
tijd
3 az
plaats
wil
straks
naar de biblio-theek
wie
Slide 17 - Drag question
3 az
manier
2 pv
1 ond
3 az
tijd
3 az
plaats
morgen
gaat
naar school
de leerling
hoe
Slide 18 - Drag question
1 ond
2 pv
3 az
tijd
3 az
manier
3 az
plaats
speelt
wie
op het school-plein
in de pauze
basketbal
Slide 19 - Drag question
2 pv
1 ond
3 az
tijd
3 az
manier
3 az
plaats
met haar broer
naar school
loopt
het meisje
elke dag
Slide 20 - Drag question
More lessons like this
Grammatica: zinsbouw 5
June 2023
- Lesson with
21 slides
NT2
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 1
Zinnen maken + vraagzinnen met vraagwoorden en werkwoorden
January 2023
- Lesson with
38 slides
NT2
Middelbare school
havo
Leerjaar 4
Grammatica: zinsbouw 5B
6 days ago
- Lesson with
19 slides
NT2
Middelbare school
ISK
vmbo b
Leerjaar 1
Grammatica: zinsbouw 4
January 2022
- Lesson with
22 slides
NT2
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 1
Vraagzinnen met vraagwoorden en werkwoorden
2 days ago
- Lesson with
13 slides
NT2
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 1
Taaltalent 1 Hfst 1
February 2023
- Lesson with
14 slides
NT2
HBO
Studiejaar 1
Grammatica: zinsbouw 3
November 2023
- Lesson with
16 slides
NT2
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 1
Grammatica: zinsbouw 3
November 2023
- Lesson with
19 slides
NT2
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 1