Maandag 1 maart

Welkom!

Weer terug op school...maar ook weer niet.
1 / 27
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Welkom!

Weer terug op school...maar ook weer niet.

Slide 1 - Slide

Hebben jullie een goede vakantie gehad?
😒🙁😐🙂😃

Slide 2 - Poll

Planning 

Komende twee weken: herhalen lezen H1 t/m H3
Proefwerk tijdens de toetsweek:
weging 3x

Slide 3 - Slide

Lesdoel

Je herkent de kernzinnen in een tekst. 

Slide 4 - Slide

Lezen hoofdstuk 1

hoofd- en bijzaken
kernzinnen

Slide 5 - Slide

Lees blz. 12 en 13 groene blok.
timer
1:00

Slide 6 - Slide

Kernzinnen zijn niet belangrijk.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 7 - Quiz

Hoeveel kernzinnen heeft een alinea?
A
0
B
1
C
2
D
3

Slide 8 - Quiz

Wat is waar?
A
De kernzin is meestal de eerste zin van de alinea.
B
De kernzin is meestal de tweede zin van de alinea.
C
De kernzin is meestal de laatste zin van de alinea.
D
Alle antwoorden zijn waar.

Slide 9 - Quiz

Een samenvatting van een tekst bestaat uit
A
De voorkeursplaatsen van een tekst
B
De titel en tussenkopjes van een tekst
C
De kernzinnen van een tekst
D
De laatste alinea van een tekst

Slide 10 - Quiz

Vraag 4
Leg uit dat de hulp van Edith Rozendaal niet uit simpele trucjes bestaat. 

Slide 11 - Slide

Is de stelling waar?
Tussenkopjes helpen je om deelonderwerpen te vinden.
A
waar
B
niet waar

Slide 12 - Quiz

Hoofd- en bijzaken.
Wat is een hoofdzaak eigenlijk?
A
Hoofdzaken geven de belangrijke informatie over het onderwerp van de tekst.
B
Hoofdzaken geven minder belangrijke informatie.
C
Hoofdzaken maken de tekst iets duidelijker
D
Hoofd- en bijzaken bestaan niet.

Slide 13 - Quiz

Wat is de hoofdgedachte?
A
Alle hoofdzaken op een rij
B
Alle hoofd- en bijzaken op een rij
C
De samenvatting van een tekst
D
Het belangrijkste van een tekst in één zin samengevat.

Slide 14 - Quiz

Lesdoel
Je herkent de kernzinnen in een tekst. 
Wat is een kernzin???

Slide 15 - Slide

Maak nu oefenopdracht 1

Je vindt de opdracht in Teams. 
timer
20:00

Slide 16 - Slide

De belangrijkste informatie in een tekst noemen we […].

Slide 17 - Open question

Wat is het onderwerp van de tekst? Noteer in één woord.

Slide 18 - Open question

Bespreken oefentekst
[1] Vroeger ging een enkele topsporter wel eens langs bij een sportpsycholoog, en dan het liefst 's avonds, als niemand hem zag. Geen voetballer of schaatser die er graag voor uitkwam dat hij hulp zocht omdat hij was vastgelopen. ‘Tegenwoordig is sportpsychologie hip’, vertelt Edith Rozendaal uit Alkmaar, een van de zeventig erkende sportpsychologen in Nederland. ‘Steeds meer topsporters laten weten dat ze begeleid worden door een sportpsycholoog.’

Slide 19 - Slide

Bespreken oefentekst
[2] De klantenkring van Edith bestaat vooral uit sporters die op een bepaald moment een topprestatie moeten leveren. ‘Daarbij kan van alles in de weg staan. Faalangst of een gebrek aan concentratie bijvoorbeeld. Daar kun je aan werken. Ook kun je een topprestatie bevorderen: door te focussen op je doel, door het visualiseren van bewegingen of door jezelf kracht te geven met bevestigende zinnen als “Ik ben sterk”.’ Een mentale training helpt dus niet alleen als je een probleem hebt, je kunt er ook ‘gewoon’ een betere sporter door worden.

Slide 20 - Slide

Bespreken oefentekst
4] ‘Het loopt even niet zo lekker’, is een zin die Edith Rozendaal vaak hoort. Sportpsychologie mag dan hip zijn, veel sporters komen toch pas als ze ergens mee zitten. Zo werkt Edith nu met een basketballer die steeds als een berg tegen conditietests opziet. ‘Die gaan hem slecht af, zodat hij zich steeds onzekerder is gaan voelen. Hij heeft zelfs zijn longen laten onderzoeken, maar daar bleek niets mee aan de hand te zijn. Toch faalt hij steeds. Hoe meer hij zich zorgen maakt, hoe vaker zijn lichaam weigert. Dat is inmiddels duidelijk. We werken eraan om die spanning te beheersen en dat lijkt succesvol.’

Slide 21 - Slide

Bespreken oefentekst
[5] Vaak hebben sporters met onzekerheid te kampen. ‘Er kwam onlangs een schaatser langs bij wie het niet meer liep. Het bleek dat hij door een bepaald team was afgewezen en daar zat hij behoorlijk mee. Ook begeleid ik een golfer die vindt dat hij zichzelf ongelofelijk in de weg zit. Hij heeft een bepaalde slag die tijdens de training prima gaat, maar als het erop aankomt, mislukt. Tijdens wedstrijden denkt hij steeds: o jee, als het maar niet wéér misgaat. Ik leer hem nu de slag meer als één vloeiende beweging te zien. En om hem te laten denken: daar wil ik de bal hebben, in plaats van: o jee, als hij maar weer niet de bosjes in vliegt. Sporters moeten het plezier en de motivatie weer terugvinden. Want daar begint sport allemaal mee.’

Slide 22 - Slide

Je herkent de kernzinnen in een tekst.
Hoeveel kernzinnen heb je goed herkend?
1
2
3
4

Slide 23 - Poll

Tekstverbanden en signaalwoorden 

Slide 24 - Slide

timer
2:00
Welke tekstverbanden kan
je opnoemen?

Slide 25 - Mind map

Herhalen theorie tekstverbanden

Je maakt een opdracht in Teams.
Stuur in een chatbericht het uiteindelijke antwoord. 

Slide 26 - Slide

Huiswerk

Lees de theorie op bladzijde 42/43
Maak oefening 2 (Teams/lesmateriaal/oefenmateriaal H1-3)

Slide 27 - Slide