P3 ongelijkheid H/V

P3 ongelijkheid
1 / 16
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 35 min

Items in this lesson

P3 ongelijkheid

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Hoe heet het ook alweer als iemand werkt maar geen belasting betaald of het geen vaste baan is?

Slide 3 - Open question

Formele sector
scharreleconomie:
informele sector
Betalen belasting en alles dat wordt verdiend, telt mee in het BBP
Betalen geen belasting, geen vast inkomen en als ze ziek zijn ook geen geld.

Slide 4 - Slide

Vergelijk Amerika met de rest van de wereld, is dit een arm of rijk land?
Hoe kan je dat ook zien als je niet naar de kleuren kijkt?
Wat is een nadeel aan het beoordelen van welvaart aan de hand van BBP? 
De sociale verschillen zijn enorm groot! 
een paar hele rijke mensen, veel arme mensen!

--> Sociale ongelijkheid

Slide 5 - Slide

ontwikkelingslanden
scharreleconomie 
Ander woord is: de informele sector

Slide 6 - Slide

BBP: staat voor Bruto Binnenlands Product. Dit is:
A
Het geld dat alleen door mensen in de informele sector wordt verdiend
B
Geld dat in de formele sector wordt verdiend door alle werkende mensen
C
Al het geld dat in één land in zowel fomele sector als de informele sector wordt verdiend.
D
Alle goederen en geld dat in één land in één jaar wordt geproduceerd/verdiend.

Slide 7 - Quiz

Slide 8 - Slide

Sociale ongelijkhied

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Sociale ongelijkhied
Als je gaat inzoom (alleen één land bekijkt)

Slide 11 - Slide


Welk deel is het armste?
A
A
B
B
C
C

Slide 12 - Quiz


In welk deel het je de meeste kans op betaald werk in de formele sector?
A
A
B
B
C
C

Slide 13 - Quiz

Armere landen: veel werk in de landbouw/primaire sector
Opkomende landen: veel werk in de industrie
Rijke landen: veel werk in de diensten (docent/bankmedewerker)

Slide 14 - Slide

Primaire sector/
landbouw
Secundaire sector/
Industrie
Tertiaire sector/
Diensten
Visser
Docent
Bouwvakker

Slide 15 - Drag question

Armere landen: veel werk in de landbouw/primaire sector
Opkomende landen: veel werk in de industrie
Rijke landen: veel werk in de diensten (docent/bankmedewerker)
De beroepsbevolking: Die met elkaar het BBP bepalen

Slide 16 - Slide