This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Lesson duration is: 90 min
Items in this lesson
¡Vamos a hablar español! clase 5
Slide 1 - Slide
Programa de hoy
La familia
Ser-estar-hay
(Tener)
(Sentirse)
¿Qué hay en la ciudad?
Slide 2 - Slide
Nombra a 5 miembros de la familia en español Noem 5 verschillende familieleden in het Spaans.
Slide 3 - Open question
Mi familia
Slide 4 - Slide
La Familia
Slide 5 - Slide
Kahoot
La familia
Slide 6 - Slide
play.kahoot.it
Slide 7 - Link
SER-ESTAR-HAY
Alle 3 betekenen ze "zijn":
ser - vaste eigenschappen, kenmerken die niet veranderen (beroep, nationaliteit etc.)=> Carmen es española.
estar - plaatsbepalingen (zich bevinden), eigenschappen die wél veranderen (tijdelijke toestand, emoties)=> Pablo está en Amsterdam / Ana está resfriada.
hay - er is, er zijn => ¿Hay bancos por aquí? / Hay una fiesta en la ciudad => nooit met het bepaalde lidwoord, altijd zonder of met het onbepaalde lidwoord
Slide 8 - Slide
Ser y estar
Ser = zijn Estar = zijn/zich bevinden
soy
eres
es
somos
sois
son
Yo
Tú
Él/ella/usted
Nosotros
Vosotros
Ellos/ellas/ustedes
estoy
estás
está
estamos
estáis
están
Slide 9 - Slide
Gebruik werkwoord ser
Beschrijving van een persoon
Nationaliteit
Beroep
Vaste eigenschappen / karakter
Slide 10 - Slide
Het werkwoord SER
Pablo ________ (ser) un chico.
Yo ________ (ser) holandés.
Paco y Lola _________ (ser) amigos.
Vosotros _________ (ser) muy amables.
Tú ____________ (ser) de Italia.
Marta y yo __________ (ser) familia.
Schrijf de antwoorden in je schrift!
Slide 11 - Slide
Estar
waar
(ligging van een persoon, ding of gebouw)
Juan ESTÁ en el museo.
El museo ESTÁ en Amsterdam.
Hoe
(tijdelijke eigenschappen, gevoelens)
Juan ESTÁ aburrido.
Juan ESTÁ mareado.
Slide 12 - Slide
Slide 13 - Slide
Slide 14 - Slide
Slide 15 - Slide
Slide 16 - Slide
Wanneer gebruik je HAY
HAY +
Onbepaald lidwoord > En Madrid hay un teatro
Zonder lidwoord > Hay turistas en la playa
Met getallen > Hay 2 cervezas
Met onbepaalde hoeveelheden > Hay muchos bares
Slide 17 - Slide
HAY
Wat wordt er met HAY bedoeld?
HAY betekent ER IS of ER ZIJN.
Het hoeft NIET vervoegd te worden!
Er is geen yo Hay, tú hay etc.
Wanneer je NO schrijft voor HAY, staat er NO HAY (logisch!)
Je zegt dan : Er is niet/ geen of er zijn niet /geen.