Workshop wet en regelgeving in de zorg

Workshop wet en regelgeving in de zorg
1 / 26
next
Slide 1: Slide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 4

This lesson contains 26 slides, with interactive quiz and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Workshop wet en regelgeving in de zorg

Slide 1 - Slide

Programma
Soorten aansprakelijkheid
Belangrijkste wetten in de zorg
Tuchtrecht
Korte casuïstiek/stellingen

Slide 2 - Slide

Soorten aansprakelijkheid
Civielaansprakelijkheid:  schade van de ene persoon naar de andere
Strafrecht:gedrag wat een gemeenschap schaadt of bedreigt
Tuchtrecht: voor bepaalde beroepen ivm bewaken kwaliteit 

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Maatregelen tuchtrecht
Een tuchtklacht kan worden ingediend door een patiënt, familie van de patiënt, de opdrachtgever, de werkgever of door een inspecteur van de Inspectie voor de Gezondheidszorg. Het tuchtcollege kent acht maatregelen bij een gegrond (terecht) verklaarde klacht, oplopend in zwaarte:
 

1. Gegrondverklaring klacht zonder oplegging maatregel
2. Waarschuwing (niet zichtbaar in het BIG-register)
3. Berisping (het college bepaalt of er een publicatie in het BIG-register moet plaatsvinden)
4. Geldboete (max. €4500, vijf jaar zichtbaar in het BIG-register)
5. Schorsing BIG-register (maximaal een jaar, vijf jaar zichtbaar in het BIG-register). Deze maatregel kan ook voorwaardelijk worden opgelegd
6. Gedeeltelijke ontzegging uitoefenen van het beroep (vijf jaar zichtbaar in het BIG-register)
7. Doorhaling inschrijving BIG-register (tien jaar zichtbaar)
8. Beroepsverbod voor de totale gezondheidszorg

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Welk wetten ken je?

Slide 9 - Mind map

Meest voorkomende wetten in de zorg
Verpleegkundigen, verzorgenden en verpleegkundig specialisten hebben te maken met uiteenlopende wetgeving. We hebben de relevante wet- en regelgeving op een rij gezet. De belangrijkste wet voor de beroepsuitoefening is de Wet BIG (Beroepen Individuele Gezondheidszorg), die zorgt dat de kwaliteit hoog is en blijft. In de WGBO (Wet Geneeskundige BehandelOvereenkomst) staan de rechten en plichten van cliënten/patiënten die zorg krijgen.

Verpleegkundigen, verzorgenden en verpleegkundig specialisten werken in de zorg onder verschillende wetten: Zvw (Zorgverzekeringswet), Wlz (Wet langdurige zorg), Wmo (Wet maatschappelijke ondersteuning) en Jeugdwet.

I

In de Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg (Wkkgz) heeft de overheid wettelijk vastgelegd wat goede zorg precies inhoudt. En wat er moet gebeuren als mensen een klacht hebben over de zorg. Ook als je als zelfstandige zorg aanbiedt heb je per 1 januari 2016 te maken met de Wet.

Slide 10 - Slide

De belangrijkste rechten van de zorgvrager in de WGBO zijn:


  • recht op informatie over de medische situatie;
  • toestemmingsvereiste voor een medische behandeling;
  • recht op inzage in medische dossiers;
  • recht op privacy;
  • recht op vertegenwoordiging;
  • recht op een second opinion;
  • wilsverklaring.






Na een jarenlang ziekbed, met voortschrijdende dementie, sterft meneer Nobibux. Bij het afwikkelen van de erfenis blijkt dat hij zijn testament kort voor zijn overlijden heeft gewijzigd. Een groot deel van de erfenis gaat naar zijn vriendin. Zijn drie kinderen zijn niet eens op de hoogte van het bestaan van deze vriendin. Ze willen het testament aanvechten omdat hun vader op het moment van de testamentswijziging niet besefte wat hij deed. Hij was wilsonbekwaam. De kinderen willen inzage in het medisch dossier om dat aan te tonen. Dat verzoek kunnen ze via de rechter indienen.

Slide 11 - Slide

Meest voorkomende wetten in de zorg
In de omgang met patiënten en voor het toepassen van vrijheidsbeperkende maatregelen in de zorg komen zorgverleners de volgende wetten tegen: Wzd (Wet zorg en dwang) en de WvGGZ (Wet verplichte GGZ).
In de Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg (Wkkgz) heeft de overheid wettelijk vastgelegd wat goede zorg precies inhoudt. En wat er moet gebeuren als mensen een klacht hebben over de zorg. Ook als je als zelfstandige zorg aanbiedt heb je per 1 januari 2016 te maken met de Wet.

Slide 12 - Slide

De beroepscode
Het is geen wet maar een opsomming van  gedragsregels die duidelijk maken wat je als verpleegkundige moet doen en laten in je contacten met zorgvragers, collega's en anderen.

Het is belangrijk dat je nu al op de hoogte bent van de beroepscode voor de verpleging, want hij geldt ook al tijdens je opleiding!
1.9 Als verpleegkundige/verzorgende zorg ik goed voor mezelf.
2.5 Als verpleegkundige/verzorgende heb ik het recht om op grond van gewetensbezwaren te weigeren om mee te werken aan bepaalde (be)handelingen

Slide 13 - Slide

Casus
Bij een groepsbezoek op een afdeling van ouderen met dementie wordt de Cliëntenvertrouwenspersoon Wzd aangesproken door een cliënte met dementie. Zij wil dat haar man vaker op bezoek mag komen
De echtgenoot van de cliënte  blijkt echter een bezoekbeperking te hebben gekregen wegens onveiligheid voor mevrouw én medecliënten. De cliënte is het er niet mee eens. Haar dochter is het wel eens met de beperking.

Wat vinden jullie?

Slide 14 - Slide

Uitkomst
De cliënt dient, met ondersteuning van de Cliëntenvertrouwenspersoon Wzd een klacht in bij de externe klachtencommissie Wzd. De zorgaanbieder verzet zich hiertegen omdat de cliënt vanuit zijn oogpunt wilsonbekwaam ter zake is.

De commissie buigt zich over de zaak en spreekt uit dat wilsonbekwame cliënten ook mogen klagen. Uiteindelijk heft de zorgaanbieder de beperking op. 

Slide 15 - Slide

Casus
Als verzorgende kom je thuis bij mevrouw Aster en mevrouw Bloem. Deze dames wonen in dezelfde straat. Bij het afscheid vraagt mevrouw Aster belangstellend of je nu naar mevrouw Bloem gaat, want volgens haar heeft ze jouw fiets bij mevrouw Bloem zien staan.

Wat vertel je?

Slide 16 - Slide

Als verpleegkundige heb je een beroepsgeheim
Deze informatie valt onder je beroepsgeheim. Hoezeer je ook overtuigd bent van de oprechte belangstelling van mevrouw Aster, je kunt over contacten met andere zorgvragers geen informatie geven. Dat zul je mevrouw Aster vriendelijk moeten vertellen: ‘Ik kan u geen informatie geven over mevrouw Bloem, want ik moet mij aan mijn beroepsgeheim houden. Zoals ik ook anderen niets mag vertellen over mijn bezoeken aan u.’
Je zwijgt over wat je over en van de zorgvrager en zijn omgeving te weten bent gekomen tijdens de zorgverlening (tijdens de uitoefening van je beroep).
Een bepaling over geheimhouding van informatie over de zorgvrager staat al in de Eed van Hippocrates voor artsen en ook in de Belofte van Florence Nightingale voor verpleegkundigen (1893). Vast onderdeel van beroepscodes voor verpleegkundigen en verzorgenden.

Slide 17 - Slide

Welke uitzonderingen zijn er op het
beroepsgeheim?
1. De zorgvrager geeft je toestemming
2. De zorgvrager heeft een wettelijke vertegenwoordiger
3. Er zijn andere zorgverleners betrokken bij de directe zorgverlening
4. Er is een wettelijke plicht
5. Je staat voor een conflict van plichten
6. Zwaarwegend belang.
 Of van een zwaarwegend belang sprake is, bepaalt de rechter. 

Slide 18 - Slide

Casus
Karel zit in een psychiatrische zorgorganisatie. Hij is zo bang voor de dood dat hij bijna niet durft te slapen. Hij heeft het alleen maar over doodgaan en kijkt met grote ogen de wereld in, alsof hij de dood elk moment verwacht. Karel verwondt zichzelf. Als hij pijn voelt en bloed ziet, weet hij dat hij nog leeft. Op een gegeven moment heeft hij erge buikpijnen en opvliegers lijkt het wel. Na onderzoek blijkt dat hij darmkanker heeft, met uitzaaiingen naar de lever. Hij is niet meer te genezen. De dokters geven hem nog een jaar. De oncoloog overlegt met de psychiater van Karel of hij deze informatie aan Karel zal geven. Ze zijn bang dat Karel zichzelf nog erger zal verwonden als hij dit nieuws hoort. 

Zal hij dat vertellen?

Slide 19 - Slide

Ze besluiten Karel niets te vertellen, maar wel zijn zus op de hoogte te brengen.
In bijzondere situaties mag je als verpleegkundige informatie achterhouden ( informatie zeer nadelig voor de zorgvrager) Wel eerst overleggen met een arts of collega. De informatie kan eventueel wel aan de naasten gegeven worden (partner, ouders, kinderen, begeleider). Als de situatie van de zorgvrager op een gegeven moment zo veranderd is dat hij de informatie wel aan kan, moet hij die alsnog krijgen.

Een zorgvrager heeft ook het recht niet geïnformeerd te willen worden. Om misverstanden te voorkomen moet dit heel goed duidelijk zijn voor de betrokken zorgverleners (rapporteren!)
In sommige gevallen krijgt de zorgvrager tóch informatie. Dat is als zwijgen ernstig nadeel op zou leveren voor de zorgvrager ( erfelijke ziekte heeft, die hij door kan geven aan zijn kinderen).


Slide 20 - Slide

Casus
Wijkverpleegkundige Fidan verzorgt de open beenwond van meneer Thijsen. Ze vindt dat de genezing niet goed verloopt en wil graag dat de huisarts naar het been kijkt. Met haar smartphone maakt ze een foto van de wond en een totaalfoto van meneer Thijsen, zodat de huisarts meteen weet over wie het gaat. Ze stuurt de foto's op via Whatsapp. Een paar dagen later kijkt haar zoontje tussen de foto's van Fidan en ziet de foto's van meneer Thijssen. Hij herkent hem zelfs
Herken je dit?

Slide 21 - Slide

Beveiliging gegevens zorgverlening
Met de AVG is er extra aandacht voor de beveiliging van verwerkte gegevens in het EPD. Het gaat erom alleen de hoogst noodzakelijke gegevens te bewaren. 

De toegang tot de gegevens  moet goed geregeld en beveiligd zijn. Wie geen behandelrelatie heeft met de zorgvrager, mag er niet in kunnen kijken. Van het inloggen worden inloggegevens bijgehouden over wie waar gekeken heeft, om te voorkomen dat iemand zomaar de gegevens in kan zien. Voor de bewaarplicht blijven de regels van de WGBO het uitgangspunt.

Slide 22 - Slide

Casus
De Verpleegkundige die nachtdienst heeft in het asielcentrum wordt door medebewoners om 2230 net na de overdracht, aan het begin van haar dienst bij mevrouw X geroepen die koorts, 39.8 heeft.
Mevrouw X heeft de laatste tijd vaker onverklaarbare hoge koorts, maar de koorts gaat steeds over.
In het zorgplan staat niet beschreven wat het beleid is ten aanzien van de koorts is.
De verpleegkundige ziet wel in de medicatielijst dat er vaker paracetamol 1000 mg is gegeven, op basis van voorschrift: “zo nodig” bij koorts voorgeschreven.
De verpleegkundige beslist om ook dit keer weer koortsverlagende paracetamol te geven en geen arts te waarschuwen.
De verpleegkundige heeft in de nacht geen contact meer met mevrouw X.
De dienst van de verpleegkundige eindigt om 0700.
De verpleegkundige rapporteert door onbekende oorzaak niet.
Als de verpleegkundige van de dagdienst bij mevrouw X om 0830 op de slaapkamer komen, is ze overleden.
De familie dient een klacht in bij het tuchtcollege die gaat over nalatigheid en niet inschakelen arts.
Wat vind je hier van?




Slide 23 - Slide

Uitkomst

Dat de verpleegkundige niet een arts heeft gewaarschuwd is niet te verwijten wel dat zij haar rapportage niet geschreven heeft.

Slide 24 - Slide

Casus
Ouders willen niet, op religieuze gronden, dat hun kind een bloedtransfusie krijgt. Die weigering kan het leven van het kind in gevaar brengen. 

Mogen zij dat weigeren?

Slide 25 - Slide

Uitkomst
De hulpverlener mag dan de behandeling niet zonder meer uitvoeren. Wel kan hij de rechter vragen tijdelijk het gezag van de ouders over het kind te beperken om de behandeling toch mogelijk te maken

Slide 26 - Slide