Basisstof 3 Bevruchting + basisstof 4 Zaden en vruchten

Thema 6: Voortplanting bij planten en dieren
Basisstof 3: Bevruchting
1 / 23
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo b, k, gLeerjaar 1

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Thema 6: Voortplanting bij planten en dieren
Basisstof 3: Bevruchting

Slide 1 - Slide

Wat is bestuiving?

Slide 2 - Open question

Welk cijfer geeft
kruisbestuiving aan?
A
4
B
8
C
2
D
1 en 4

Slide 3 - Quiz

Welk cijfer geeft
zelfbestuiving aan?
A
1
B
5
C
2, 3 en 8
D
6

Slide 4 - Quiz

Leerdoelen

Je kunt beschrijven hoe de bevruchting bij zaadplanten verloopt

Je kunt de veranderingen in het zaadbeginsel na bevruchting beschrijven

Slide 5 - Slide

Bestuiving = stuifmeelkorrels op stempel zelfde soort

Slide 6 - Slide

Bevruchting
= Het versmelten van een mannelijke geslachtscel met de kern van een vrouwelijke geslachtscel

-> De stuifmeelkorrel die versmelt met de kern van de eicel. 

Slide 7 - Slide

Stuifmeelbuis
Uit iedere stuifmeelkorrel groeit een buisje = de stuifmeelbuis

De stuifmeelbuizen groeien door de stijl naar de zaadbeginsels in het vruchtbeginsel.

De de kern van een stuifmeelkorrel gaat zo naar een zaadbeginsel toe.

Slide 8 - Slide

Bevruchting
Als de buis een zaadbeginsel bereikt, barst de top van de stuifmeelbuis open. 
-> De kern van de stuifmeelkorrel dringt de eicel binnen.

Een stuifmeelkorrel = mannelijke geslachtscel
De eicel = vrouwelijke geslachtscel

Slide 9 - Slide

Bevruchting


De kern van de stuifmeelkorrel versmelt met de kern van de eicel = bevruchting

Slide 10 - Slide

Heeft hier bestuiving plaatsgevonden?
En bevruchting?
A
Wel bestuiving, geen bevruchting
B
Zowel bestuiving als bevruchting
C
Wel bevruchting, geen bestuiving
D
Geen bestuiving, geen bevruchting

Slide 11 - Quiz

In welke volgorde verloopt de geslachtelijke voortplanting bij planten?
A
Bestuiving, bevruchting, ontstaan van de stuifmeelbuis
B
Bestuiving, ontstaan van de stuifmeelbuis, bevruchting
C
Bevruchting, bestuiving, ontstaan van de stuifmeelbuis
D
Bevruchting, ontstaan van de stuifmeelbuis, bestuiving

Slide 12 - Quiz

Bevruchte eicel
Na de bevruchting gaat de eicel zich delen. 
  • Uit de bevruchte eicel ontstaat zo een kiem
  • Uit het zaadbeginsel ontstaat een zaad

Als een zaad kiemt, groeit uit de kiem een kiemplantje

Slide 13 - Slide

Meerdere zaden
Er kunnen meerdere stuifmeelbuizen tegelijk door de stijl groeien. Ze groeien naar verschillende zaadbeginsels. 

In ieder zaadbeginsel kan een eicel worden bevrucht.

Slide 14 - Slide

Meerdere zaden
Uit elk zaadbeginsel waarvan de eicel is bevrucht, kan een zaad ontstaan.
Er kunnen dus meerdere zaden ontstaan in een vruchtbeginsel. 

Als de eicel niet wordt bevrucht, kan de eicel niet uitgroeien tot een kiem. Het zaadbeginsel groeit dan niet uit tot een zaad.

Slide 15 - Slide

Kiem

na bevruchting
Bevruchte eicel deelt
-> er ontstaat een kiem.

= Klein plantje dat ontstaat uit een bevruchte eicel door celdeling. 
Zaad

na bevruchting
Zaadbeginsel groeit
-> hieruit ontstaat zaad

= Deel van een plant dat de kiem en het reservevoedsel voor het kiemplantje bevat

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Video

Een vrucht
Na bevruchting  begint in het vruchtbeginsel één of meer zaadbeginsels te groeien.

Alleen de zaadbeginsels waarin de eicellen zijn bevrucht, groeien uit tot zaden. 

Slide 18 - Slide

Een vrucht
Het vruchtbeginsel wordt groter. Het groeit uit tot een vrucht. De zaden bevinden zich in de vrucht. 

De vrucht van een bonenplant heet een peulvrucht. 

Slide 19 - Slide

Verschillende vruchten

Sommige vruchten bevatten vruchtvlees = het zachte, soms eetbare gedeelte van de vrucht. 

Slide 20 - Slide

Verschillende vruchten

Sommige vruchten bevatten vruchtvlees = het zachte, soms eetbare gedeelte van de vrucht. 

Slide 21 - Slide

Vruchten en zaden
Appels, kersen, tomaten en peulen zijn vruchten.
Bonen, erwten, pitjes in appels, kersen en tomaten zijn zaden.

Sommige vruchten hebben maar 1 zaad. Een meloen kan meer dan 100 zaden hebben. 

Slide 22 - Slide

Online aan de slag!
Basisstof 3 bevruchting
Opdrachten 1, 2, 3, 5 + Test Jezelf

Basisstof 4 vruchten en zaden
Opdrachten 1, 2, 3, 5 + Test jezelf

Slide 23 - Slide