HOE gebruik je het woordenboek?

Welkom 1E                           
Oortjes uit? TOP!

Op de goede plek? FIJN!
1 / 18
next
Slide 1: Slide
NT2MBOStudiejaar 1

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Welkom 1E                           
Oortjes uit? TOP!

Op de goede plek? FIJN!

Slide 1 - Slide

doelen
1) Ik weet hoe een woordenboek in elkaar zit.
2)Ik kan woorden op de goede volgorde zetten.
3)Ik kan bedenken DAT ik een woord moet veranderen om op de zoeken.
4) Ik kan bedenken HOE ik een woord moet veranderen om op de zoeken.

Slide 2 - Slide

Hoe staan de woorden in een woordenboek op volgorde?

Slide 3 - Mind map

De woorden staan op alfabet
A eerst en als laatste Z

Zeg tegen elkaar het alfabet op: in tweetallen
Lukt dat nu?

Slide 4 - Slide

Zet de volgende woorden in alfabetische volgorde
boeren
baby
echo
kwik
eb
legende

Slide 5 - Drag question

DUS:
Je kijkt naar de eerste letter.
Zijn de eerste letters hetzelfde, dan kijk je naar de tweede:
Appel
Aardbei
Dus eerst aardbei, dan appel

Slide 6 - Slide

en als de eerste 2 hetzelfde zijn
kijk je naar de derde letter:
aardbei
aandeel
aanvragen
Of je moet zelfs nog verder kijken!
aandeel - aanvragen - aardbei
De n is eerder dan de r, d is eerder dan v

Slide 7 - Slide

Zet de woorden in alfabetische volgorde
Tafel
Thee
Theekopje
Pen
Toets

Slide 8 - Drag question

Je zoekt het woord in de eenvoudigste vorm.

'De arrestanten wisten te ontsnappen'. 

Arrestanten --> arrestant 


Slide 9 - Slide

Je zoekt het woord op het hele werkwoord
'Youtube concurreert met muziekdienst Spotify.'

concurreert --> concurreren

Slide 10 - Slide

Je zoekt het woord op de kortste vorm.
'De premier wil constructieve gesprekken voeren met de leiders van de partijen.'

constructieve --> constructief

Slide 11 - Slide

Waarom zoek je in het woordenboek als je het woord 'parallellogrammen' wilt weten?

Slide 12 - Open question

Waarom zoek je in het woordenboek als je het woord 'strategische' wilt weten?

Slide 13 - Open question

Waarom zoek je in het woordenboek als je het woord 'functioneerden' wilt weten?

Slide 14 - Open question

1) Ik weet hoe een woordenboek in elkaar zit.
😒🙁😐🙂😃

Slide 15 - Poll

3)Ik kan woorden op de goede volgorde zetten.
😒🙁😐🙂😃

Slide 16 - Poll

5) Ik kan bedenken HOE ik een woord moet veranderen om op de zoeken.
😒🙁😐🙂😃

Slide 17 - Poll

Aan het werk!
opdr. 1 t/m 9 en opdr. 12

Slide 18 - Slide