HV1.fa5 21 november 2023

Mardi, le 21 novembre



Mercredi, 1er décembre
1 / 48
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 48 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Mardi, le 21 novembre



Mercredi, 1er décembre

Slide 1 - Slide

Inchecken: Bonjour, ça va?
😒🙁😐🙂😃

Slide 2 - Poll

Lesdoelen deze week:
  • Ik kan in het Frans zinnen ontkennend maken
  • Ik ken de getallen t/m 100


Slide 3 - Slide

Ik kan een zin ontkennend maken
  • Ik heb zin in vandaag! - Ik heb geen zin in vandaag.
  • Ik ken de woordjes! - Ik ken de woordjes niet.

Slide 4 - Slide

In het Nederlands

Niet of geen

Ik ga niet naar school.
Ik heb geen geld.

In het Frans

ne ... pas of n' ... pas

Je ne vais pas au collège.
Je n'ai pas d'argent.

Slide 5 - Slide

La négation - De ontkenning
Hoe maak ik een Franse zin ontkennend?​

De ontkenning in het Frans bestaat uit twee delen: ne + pas. 

Om zinnen ontkennend te maken, zet je het eerste deel 
van de ontkenning (ne) vóór de persoonsvorm en het 
tweede deel (pas) direct achter de persoonsvorm.

Ik ga niet naar huis. – Je ne vais pas à la maison.

Slide 6 - Slide

La négation - De ontkenning
Attention!
Als de persoonsvorm begint met een klinker of een stomme h dan verandert ne in n’.​

Zij houdt niet van friet – Elle n’aime pas les frites. 


Slide 7 - Slide

Les lunettes

Slide 8 - Slide

Le hamburger 

Slide 9 - Slide

Meer voorbeelden:

J'aime les films drôles.
J'habite à Paris.
Il regarde la télévision.
Nous sommes malades.





Je n'aime pas les films drôles.
Je n'habite pas à Paris.
Il ne regarde pas la télévision.
Nous ne sommes pas malade.

Slide 10 - Slide

Stappenplan
1: Bepaal wat de persoonsvorm in de zin is.

2: Plaats ne of n' voor de persoonsvorm.

3: Plaats pas achter de persoonsvorm.

Slide 11 - Slide


Wat is de persoonsvorm in de volgende zin?
Nous parlons français.

Slide 12 - Open question


Maak de zin ontkennend:
Nous parlons français.

Slide 13 - Open question


Maak de zin ontkennend:
Elle danse toute seule.

Slide 14 - Open question


Maak de zin ontkennend:
Charlotte travaille au restaurant. 

Slide 15 - Open question


Maak de zin ontkennend:
Il a 13 ans.

Slide 16 - Open question

Let op!


C'est un problème.




Fais attention!


Ce n'est pas un problème. 

De ontkenning van c'est is ce n'est pas. 

Slide 17 - Slide

Je comprends!
Ik begrijp het!
😒🙁😐🙂😃

Slide 18 - Poll

Les nombres jusqu'à 100

Slide 19 - Slide

Sleep de getallen naar de juiste plaats op de lineaal :
treize
trois
zéro
six

onze
seize
vingt

Slide 20 - Drag question

neuf + sept =
A
seize
B
treize
C
quinze
D
quatorze

Slide 21 - Quiz

Slide 22 - Video

wat valt op aan de Franse getallen?

Slide 23 - Slide

....
-ze beginnen met het tiental
- daarna plak je de getallen 1-9 eraan vast

Slide 24 - Slide

de tientallen
30 = trente
40 = quarante
50 = cinquante
60 = soixante 

Slide 25 - Slide

dan de getallen 1-9 eraan vast
vingt
vingt-et-un
vingt-deux
vingt-trois
...

Slide 26 - Slide

27
A
vingt-six
B
vingt-cinq
C
vingt-deux
D
vingt-sept

Slide 27 - Quiz

trente
trente-et-un
trente-deux
...

Slide 28 - Slide

34
A
trente-quatre
B
trente-deux
C
trente-cinq
D
trente-six

Slide 29 - Quiz

schrijf voluit: 37

Slide 30 - Open question

quarante
quarante-?

..

Slide 31 - Slide

49
A
quarante-deux
B
quarante-neuf
C
quarante-sept
D
trente-trois

Slide 32 - Quiz

trente-cinq
quarante-quatre
vingt-neuf
trente-neuf
vingt-deux
quarante et un

Slide 33 - Drag question

Slide 34 - Video

Zet de getallen in de juiste volgorde van klein naar groot : 
sept
dix-sept
seize
trente-quatre
quarante-trois
soixante-deux
soixante-six
soixante-dix
cinquante-six

Slide 35 - Drag question

69
A
neuf-soixante
B
soixante-dix-neuf
C
soixante-neuf
D
soixante neuf

Slide 36 - Quiz

Slide 37 - Video

let op:

70 = 60+10 : soixante-dix
80 = 4 x 20: quatre-vingts
90 = 4 x 20 + 10: quatre-vingt-dix

Slide 38 - Slide

soixante-dix (70)
soixante-et-onze
...

Slide 39 - Slide

72
A
soixante-deux
B
soixante-dix-deux
C
soixante-douze
D
quatre-vingt-deux

Slide 40 - Quiz

schrijf voluit: 77

Slide 41 - Open question

let op: 
bij 21-71:
-et-un/onze


Slide 42 - Slide

quatre-vingts (80)
quatre-vingt-un (let op: zonder et)
quatre-vingt-deux

....

Slide 43 - Slide

87
A
quatre-vingts-sept
B
quatre-vingt-sept
C
quarante-vingt-sept
D
quatre-vingt-dix-sept

Slide 44 - Quiz

quatre-vingt-dix (90)
91: 

Slide 45 - Slide

97
A
quatre-vingts-sept
B
quatre-vingt-sept
C
quarante-vingt-sept
D
quatre-vingt-dix-sept

Slide 46 - Quiz

schrijf voluit: 99

Slide 47 - Open question

et finalement: 
100 (cent)

Slide 48 - Slide