Havo 3 scheikunde 1.1 Zuivere stof of mengsel?

H1 Mengsels en Scheiden
1.1 Zuivere stof of mengsel
1.2 Stoffen scheiden
1.3 Stoffen zuiveren
1.4 Rekenen aan mengsel

1 / 19
next
Slide 1: Slide
ScheikundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

H1 Mengsels en Scheiden
1.1 Zuivere stof of mengsel
1.2 Stoffen scheiden
1.3 Stoffen zuiveren
1.4 Rekenen aan mengsel

Slide 1 - Slide

Zuivere stof of mengsel
Leerdoelen:
· Je kent de definitie van stofeigenschappen en kan dit herkennen of een voorbeeld geven.
· Je kent het verschil tussen vaste stoffen, vloeistoffen en gassen op macro- en microniveau.
· Je kent het verschil tussen homogene en heterogene mengsels en kan van elk een voorbeeld geven.




Slide 2 - Slide

Begrippen deze les:
Waarnemingen stofeigenschappen
Fase
Aggregatietoestand
Dichtheid
Stoffen
Zuivere stof
Mengsel
Oplossing
Oplosmiddel
Suspensie
Emulgator
Emulsie
Legering
Homogeen mengsel Heterogeen mengsel

Slide 3 - Slide

Stofeigenschappen
In een lab is een van de eerste dingen die je doet met een onbekende stof is kijken naar de eigenschappen.
Dit gebeurd op basis van waarnemingen:
 De fase (aggregatiestoestand)
Kleur
Geur
Dichtheid

Slide 4 - Slide

Omschrijf wat het verschil is tussen een zuivere stof en een mengsel.

Slide 5 - Mind map

Fase 

Slide 6 - Slide

Kleur en Geur

Slide 7 - Slide

Dichtheid
Dichtheid=Massa/volume

Voorbeeld:
5,0 mL of 5,0 cm3 is 4,6 gram
Wat is de dichtheid?

Slide 8 - Slide

Verschil zuivere stof en mengsel
Een zuivere stof bestaat uit een enkele soort stof.
Een mengsel bestaat uit twee of meer verschillende soorten stoffen.

Kan je een voorbeeld geven?
En zeewater? wat is dat?

Slide 9 - Slide

Troebele oplossing
Lang niet altijd als je een vaste stof in een vloeistof brengt lost het goed op, het kan ook troebel worden.
Dit is geen oplossing dan maar een suspensie.
Als je dit laat staan wordt het vanzelf minder troebel.
Dit komt omdat de deeltjes dan naar de bodem zakken.

Slide 10 - Slide

Mengsels met een vloeistof
Een mengsel wat helder is noem je een oplossing. De vloeistof is het oplosmiddel.
Vaak is de oplossing een mengsel van een vaste stof en een oplosmiddel, de opgeloste stof kan ook een gas zijn.
Zuurstof in een vijver.
Oplossingen zijn altijd helder maar niet altijd kleurloos.

Slide 11 - Slide

Vloeistoffen mengen
je zou denken dat alle vloeistoffen mengen, maar dat is niet waar. Water en olie mengen absoluut niet. Er ontstaan 2 lagen.

Het is mogelijk om kleine hoeveelheden van deze stoffen toch te mengen, met behulp van een emulgator.
Er ontstaat dan een emulsie.
Water en alcohol mengen wel goed. 

Slide 12 - Slide

Meer mengsel
Er zijn meer soorten mengsel:
Rook
Schuim
Nevel
Legering
Mengsels kunnen homogeen zijn of heterogeen. 

Slide 13 - Slide

Mengsel of zuivere stof
Als je niet weet van een stof of het een mengsel is of een vaste stof dan kan je hier een experimentje voor doen om het te achterhalen. Een stol- of kookcurve maken

Slide 14 - Slide

Wat is zeewater?
A
Zuivere stof
B
suspensie
C
Oplossing
D
wat?

Slide 15 - Quiz

Nevel is een voorbeeld van een heterogeen mengsel
A
Ja
B
Nee
C
wat?

Slide 16 - Quiz

Ik snap de leerdoelen:
Je leert over stofeigenschappen.
Je leert over mengsels van vaste stoffen, vloeistoffen en gassen.
Je leert over homogene en heterogene mengsels.
A
JA
B
Nee
C
Een beetje....

Slide 17 - Quiz

Aan de slag
Maak 1 t/m 11 en 10 niet

Slide 18 - Slide

Begrippen in de volgende paragraaf:
Laboratorium schaal
Industriële schaal
Bezinken en afschenken
Zeven/ Filtreren
Filtraat 
Residu
Deeltjesgrootte
Centrifugeren
Oplosbaarheid
Extractie/Extraheren
Extractiemiddel
Extract
Indampen
Kookpunt

Slide 19 - Slide