§3: Literatuur en taal (ME)

Wanneer waren de Hoge Middeleeuwen?
A
300-500
B
500-1000
C
1000-1300
D
1300-1500
1 / 26
next
Slide 1: Quiz
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Wanneer waren de Hoge Middeleeuwen?
A
300-500
B
500-1000
C
1000-1300
D
1300-1500

Slide 1 - Quiz

Wat voor soort kerk is dit?
A
Romaans
B
Gothisch

Slide 2 - Quiz

Wie is de opperste leenheer in het feodale stelsel?
A
Koning
B
Vazallen
C
Adel
D
God

Slide 3 - Quiz

Wat is geen kenmerk van de Middeleeuwen?
A
Theocentrisme
B
Ridderlijk
C
Burgerlijk
D
Romeins

Slide 4 - Quiz

Huiswerk af?
(WB 1)
A
Ja
B
Nee

Slide 5 - Quiz

Wie behoorden tot de eerste stand?
A
God
B
Adel
C
Geestelijkheid
D
Burgerij

Slide 6 - Quiz

Hoe kan ik zien dat dit
een
gotisch schilderij is?
A
Historisch onjuist
B
Anatomische verhoudingen kloppen niet
C
Drang naar verticaliteit
D
Zowel A, B als C

Slide 7 - Quiz

§3: Literatuur en taal
Slides zijn genummerd voor aantekeningen

Slide 8 - Slide

Literatuur in de middeleeuwen
  • Latijn / volkstaal
  • 1100
  • Eerst: ridderlijk en theo-
    centrisch


  • Daarna: didactisch


Brachten de teksten van troubadours ten gehore.


Rijm was erg belangrijk in de voordracht (makkelijk te onthouden)
1

Slide 9 - Slide

Handschrift / codex
2

Slide 10 - Slide

Boekdrukkunst (wiegendrukken / incunabelen) 
Hier droogden de pagina's perkament na het bedrukken.
De 'manager' van de drukkerij. Hij overzag het proces
Het goedleggen van de drukletters. Ze kopieerden de pagina's die op de muur hingen.
Controle van de drukletters
Drukpers
Klaarleggen van de drukpersen in de pers
Het halen van nieuw perkament
3

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Video

Waarom is er zo weinig bekend over middeleeuwse auteurs?

Slide 14 - Open question

Dus
  • Gemeenschapskunst

  • Zonde van ijdelheid
4

Slide 15 - Slide

Taal

  • Geen eenheidstaal
  • Diets / Middelnederlands
  • Geen uniforme spelling

5

Slide 16 - Slide

Aan het werk :-)

Maak de tussentoets §1-3




Klaar?

  • WB 3.2 (Paragraaf 3)
  • Nakijken WB. 1





timer
10:00

Slide 17 - Slide

De schrijvers / componisten van middeleeuwse teksten heten:

WB3.2c + tussentoets §1-3,#19
A
troubadours
B
jongleurs
C
minstrelen

Slide 18 - Quiz

Tussentoets §1-3, #2

Vazal is een ander woord voor leenheer.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 19 - Quiz

Tussentoets §1-3, #9

Miniaturen zijn illustraties in middeleeuwse boeken.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 20 - Quiz

Tussentoets §1-3, #9

Miniaturen zijn illustraties in middeleeuwse boeken.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 21 - Quiz

Welke term hoort bij de omschrijving: 'afbeeldingen aangebracht met waterverf op een nog vochtige pleisterlaag'?

Slide 22 - Open question

Tussentoets §1-3, #10
Het zijn dus geen schilderijen!

Slide 23 - Slide

Tussentoets §1-3, #15

Voor 1100 werden teksten in de volkstaal bijna nooit opgeschreven.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 24 - Quiz

Tussentoets §1-3, #18

Een initiaal is een hoofdletter in een handschrift.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 25 - Quiz

Antwoorden tussentoets §1-3
  • Juist: 1, 3, 4, 5, 7, 8, 9, 13, 15, 16, 17
  • Onjuist: 2 (voor 'leenman'), 6 (Hoge Middeleeuwen), 10 (waterverfschilderingen), 11 (naar 'minum'; een rode kleurstof), 12 (geen geschreven literatuur in de volkstaal), 14 (geldt voor teksten in de volkstaal), 18 (beginletter van de tekst of een hoofdstuk), 19 (schrijvers en componisten; minstrelen waren de rondtrekkende voordragers

  • Huiswerk: WB 3.2

Slide 26 - Slide