§5: Van den vos Reinaerde

Het Frankische rijk was niet centraal geregeerd.
A
Waar
B
Niet waar
1 / 21
next
Slide 1: Quiz
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 20 min

Items in this lesson

Het Frankische rijk was niet centraal geregeerd.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 1 - Quiz

Welke term hoort er bij de omschrijving: 'de grote invloed van het katholieke geloof op de middeleeuwse maatschappij'?

Slide 2 - Open question

De drie standen maakten in feite maar een klein deel uit van de maatschappij in de middeleeuwen.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 3 - Quiz

Wat is geen functie van middeleeuwse kunst?
A
Wijzen op het goddelijke
B
Wijzen op de vergankelijkheid van het leven
C
Een moraal overbrengen
D
Een weerspiegeling geven van het individu

Slide 4 - Quiz

Sinds wanneer bestond de boekdrukkunst?
A
±1100
B
±1300
C
±1450
D
±1500

Slide 5 - Quiz

Waarom schreven auteurs normaliter hun naam niet onder middeleeuwse teksten?

Slide 6 - Open question

In deze verhalen stonden de ridderidealen kracht en moed centraal.
A
Ridderroman
B
Hoofse roman

Slide 7 - Quiz

Welke verandering kwam er in de literatuur in de loop van de 13e eeuw?

WB 3.2b
A
De boekdrukpers deed zijn intrede
B
Literatuur kreeg een burgerlijk karakter

Slide 8 - Quiz

De schrijvers / componisten van middeleeuwse teksten heten:

WB3.2c + tussentoets §1-3,#19
A
troubadours
B
jongleurs
C
minstrelen

Slide 9 - Quiz

Tussentoets §1-3, #2

Vazal is een ander woord voor leenheer.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 10 - Quiz

Tussentoets §1-3, #9

Miniaturen zijn illustraties in middeleeuwse boeken.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 11 - Quiz

Tussentoets §1-3, #9

Miniaturen zijn illustraties in middeleeuwse boeken.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 12 - Quiz

Welke term hoort bij de omschrijving: 'afbeeldingen aangebracht met waterverf op een nog vochtige pleisterlaag'?

Slide 13 - Open question

Tussentoets §1-3, #10
Het zijn dus geen schilderijen!

Slide 14 - Slide

Tussentoets §1-3, #15

Voor 1100 werden teksten in de volkstaal bijna nooit opgeschreven.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 15 - Quiz

Tussentoets §1-3, #18

Een initiaal is een hoofdletter in een handschrift.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 16 - Quiz

Aan de slag!
  • Lees §5 Van den Vos Reynaerde (blz. 18) in stilte

  • Maak WB 5 (blz. 6)

  • Klaar?
    Alle opdrachten afgerond? 
    Al gestart met samenvattingen? 
timer
15:00

Slide 17 - Slide

WB 5
  • a) Bruin(e beer)
  • b) Coward (= angsthaas)
  • c) = Edel. De naam is satirisch, omdat koning Nobel juist is belust op geld, lichtgelovig en zijn eigen wetten overtreedt
  • d) Dagvaarden = voor het gerecht dagen
  • d) Vogelvrij = buiten bescherming van de wet
  • e) Reinaert verraadt zelfs zijn eigen vader (en dat bewijst weer des te meer dat Reinaert alles doet om met zijn misdaden weg te komen). 

Slide 18 - Slide

§5: Van den vos Reynaerde


De inhoud van deze paragraaf dien je te kennen voor de toets

én

is het eerste werk dat gaat komen op je leeslijst

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Link

Aan de slag!
  • WB 5
  • Volgende les gaan we verder met Van den vos Reynaerde en volgt de uitleg over de portfolio-opdracht
  • Nu: tijd om te werken aan je leesautobiografie en WB 5
    (deadline: vrijdag 15 sept)
  • Opdracht staat op de ELO

Slide 21 - Slide