Leef je uit, Tot uw dienst, dag 1

1 / 17
next
Slide 1: Slide
AdministratieMBOStudiejaar 2

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Wat betekent facilitair?
A
Het oplossen van een storing binnen een bepaalde tijd
B
Het indienen van een klacht
C
Het correct afhandelen van een incident
D
Het zorgdragen voor ondersteunende voorzieningen

Slide 3 - Quiz

Wat is logistiek?
A
Goederen naar een distributiecentrum brengen en doorvoeren
B
Goederen door transport op tijd in een magazijn krijgen
C
Goederen op de juiste manier, op het juiste moment en op de juiste plaats laten terechtkomen
D
Goederen inkopen, opslaan in een magazijn en weer verkopen

Slide 4 - Quiz

Wat is ergonomie?
A
Dat zijn dingen die te maken hebben met geld
B
Werken met de juiste houding
C
Werken met machines
D
Werken met alarmsystemen

Slide 5 - Quiz

Slide 6 - Slide

Wat is hygiëne?
A
tegengaan van acne
B
ontsmetten met alcohol
C
tegengaan verspreiding van ziekteverwekkers
D
tegengaan van vieze luchtjes, zoals zweet

Slide 7 - Quiz

Een incident is een ...
A
leuke gebeurtenis
B
niet leuke gebeurtenis
C
leuke en niet leuke gebeurtenis

Slide 8 - Quiz

Wat is een BHV'er?
A
Behulpzame hulpverlener
B
Bedrijfshulpverlener
C
Bindende hulpverlener
D
Bavohulpverlener

Slide 9 - Quiz

wat is EHBO ?
A
Eerste hulp bij ongevallen
B
Eerste horen bij ongevallen
C
helpen bij ongevallen
D
1 2 3

Slide 10 - Quiz

Wat is een voorbeeld van logistiek werk?
A
Bezoekers ontvangen
B
Pakketten verzenden
C
Sportschool schoonmaken

Slide 11 - Quiz

Stel, je moet stoelen en tafels klaarzetten voor een vergadering. Waarvan is dat een voorbeeld?
A
Administratief werk
B
Logistiek werk
C
Facilitair werk

Slide 12 - Quiz

Koffie zetten is
een voorbeeld van
A
facilitair werk
B
logistiek werk
C
administratief werk

Slide 13 - Quiz

Koffie bestellen is
een voorbeeld van
A
facilitair werk
B
logistiek werk
C
administratief werk

Slide 14 - Quiz

Wat zijn procedures?
A
Een takenlijst
B
Producten die een bedrijf verkoopt
C
Regels en afspraken binnen een bedrijf
D
Een ander woord voor gegevens

Slide 15 - Quiz

Slide 16 - Slide

Wat is een sjabloon?
A
Basisdocument waarmee je documenten kunt maken die op elkaar lijken.
B
De opmaak van een document, zodat het document er mooi uit ziet.
C
Manier waarop een bedrijf zich presenteert met vormgeving van briefpapier.
D
Een stempel voor op alle bedrijfsdocumenten zodat ze goed herkenbaar zijn.

Slide 17 - Quiz