This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Lesson duration is: 120 min
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Leerdoelen
met voorbeelden uitleggen hoe het christendom werd verspreid;
aan de hand van de kerstening van Nederland uitleggen dat de samenwerking tussen Frankische koningen en de kerk voordelig was voor beide partijen;
het verschil tussen reguliere en seculiere geestelijken uitleggen;
uitleggen dat kloosters op politiek, economisch en cultureel gebied belangrijk waren.
Slide 2 - Slide
Kenmerkende aspecten (ontwikkeling)
De verspreiding van het christendom in geheel Europa
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Slide
Slide 6 - Slide
Kerstening van Europa
Eind 4e eeuw aanbaden de Germanen hun eigen heidense goden en Galliers hadden hun eigen (niet katholieke) vorm van christendom (arianisme)
Er zou zich echter een proces voltrekken van geleidelijke overgang richting het R.K. geloof! Echter op verschillende manieren:
Soms met dwang (b.v: Karel de Grote), maar ook door overtuiging (b.v: missionarissen) of bekering door de vorst dat leidde tot bekering van de elite.
Een nauwe samenwerking tussen de paus en Karolingische vorsten versterkte het succes van het christendom in Europa
Slide 7 - Slide
Slide 8 - Slide
Slide 9 - Slide
Pausen en koningen
De Franken hadden in de strijd om macht in Gallie (Frankrijk) het meest succes door het verbond met de paus (bekering koning Clovis rond 500 n.C.)
Er was een wederzijds belang tussen vorsten (goddelijke rechtvaardiging van hun macht en gebruik van bisschoppen als bestuurders) en paus (militaire steun en kerstening volk)
De Frankische koningen werden zo het machtigst in Noordwest-Europa en het katholicisme de machtigste godsdienst!
Slide 10 - Slide
Slide 11 - Slide
Bekering en syncretisme
Syncretisme: bij de overgang naar een nieuw geloof, aansluiting zoeken bij bestaande opvattingen en praktijken. Voorbeelden:
25 december (geboorte van de zon als geboorte van christus)
Zondag als rustdag (in bijbel is de sjabbat op zaterdag)
Pasen (wederopstanding Jezus) op de dag van Germaans lentefeest
Intrede van heiligen en verering van relikwieen als vervanging van heidense goden.
Kerkjes bouwen op heidense heilige plekken
Slide 12 - Slide
Slide 13 - Slide
Leg uit dat de steun van Karel de Grote onmisbaar was in het bekeren van de Friezen en de Saksen
Karel was vanaf 768 n.C. koning der Franken en vanaf 25 december 800 keizer van het ‘middeleeuwse’ West-Romeinse Rijk. Het Frankische Rijk kreeg onder hem zijn grootste omvang.
Slide 14 - Open question
Noem 4 manieren waarop het christendom rekening hield met de heidense belevingswereld
Slide 15 - Open question
Lees de bron hiernaast. Waarom past het verhaal over Benedictus goed bij het kenmerkend aspect van deze paragraaf?
Slide 16 - Open question
Kerstening van Nederland
Rond 635 stichtte de Frankische koning Dagobert een kerk in Utrecht in omliggend heidens gebied
Pas met de komst van missionarris Willibrord uit Engeland in 690 werden meerdere christelijke leefgemeenschappen uitgezet
Vanuit Utrecht werden missionarissen opgeleid en uitgezonden (b.v: Bonifatius)
Het kersteningsproces verliep moeizaam, vooral tegen de Friezen (koning Radbod/Radboud/Redbad, gaf niet toe)
Waarschijnlijk stierf Radboud in 719 en viel zijn rijk daarna in handen van Karel Martel
Bonifatius werd in 754 bij Dokkum door een groep Friezen vermoord!
Slide 17 - Slide
Slide 18 - Video
Zoek op internet het plot (verhaal) van de film Redbad uit 2018. Welke verbanden zie je met de lesstof?