les 2 participatie 2

• Doelgroepen
• MBO
• Studiejaar 2

les 2 participatie 2

Wat gaan we doen vandaag

terugblik vorige les

Begeleidingsinterventies en basismethodieken

Opdracht  casus Yannick of Claudia (groepjes)

Jouw begeleidingsrol + fases  Gedragsverandering

Groepsopdracht 

Vergroten motivatie, weerstand verminderen rekening houden met cultuur verschillen tijdens activiteiten

wat weet je nog van de vorige les?

leermiddelen

Thema 9, 11, 24, 25,26,27

Methodisch begeleiden.

Eindopdracht participatie 2

De eindopdracht voor participatie 2 is een groot verslag waarin je verschillende aspecten van jullie groepsactiviteit gaan verwerken. Een stuk theorie, feedback en samenwerking zijn hier onderdelen van.

de groepsactiviteit is de eindopdracht van muzisch creatief. Hier gaan jullie nog uitgebreid uitleg over krijgen tijdens muzisch creatief.

participatie maatschappij

Dat is een samenleving waarin van iedereen wordt verwacht dat hij middels activiteiten deelneemt aan de maatschappij. Hierbij staan verantwoordelijkheid over het eigen leven en eigen regie centraal. Uitgaan van mogelijkheden in plaats van beperkingen.

Meedoen vraagt veel van mensen. Je moet dan zelf beslissingen nemen en in actie komen. In dit kader is een aantal begrippen belangrijk.

Sas werkt als begeleider in een woongroep voor mensen met een verstandelijke beperking. Jamal is een van haar cliënten. Het is een zachtaardige jongen van twintig jaar. In het verleden zorgde zijn moeder voor hem. Ze legde zijn kleren klaar, reed hem naar zijn afspraken en bepaalde wat er gegeten werd. . Ze wil hem leren om zelf beslissingen te nemen en om zelf aan te geven wat hij wil. Wanneer ze Jamal die ochtend helpt met wassen en aankleden, vraagt ze: 'Welke kleren wil je vandaag aan?'

1. Eigen regie
2. zelfredzaamheid
3. eigen kracht
4. empowerment

Waar is sprake van in de casus denk je?

Bij eigen kracht gaat het erom wat je zelf kunt doen om je leven vorm te geven zoals jij dat wilt. Het gaat dan om het benutten van je talenten en je mogelijkheden. De overheid stimuleert burgers om zo veel mogelijk hun eigen kracht te gebruiken. Dat wat je zelf kunt, moet je ook zelf doen. Dat zorgt er niet alleen voor dat mensen actief blijven.

sociaal netwerk

waar is dit een voorbeeld van?

Waarom is dit een handig middel voor het sociaal netwerk?

Ga nu naar BOOM en maak de 3 opdrachten die voor je klaar staan

nabespreken docu social media

Jouw clienten en jijzelf hebben hier 

ook mee ( dagelijks) te maken.

We brengen steeds meer tijd door op sociale 

media. In Nederland in 2022 

gemiddeld zo’n 114 minuten per dag.

Wat is je nog bijgebleven van de docu ?

jongeren tot 19 zo'n 159 minuten per dag

Wat houden deze

6 punten in?

basis methodieken

De volgende methodieken kun je gebruiken bij mensen met verschillende soorten beperkingen en begeleidingsbehoeften in verschillende settings:

• vraaggericht werken

• oplossingsgericht werken

• coaching

• het To Grow-model

• de Gordon-methode

• de presentiebenadering.

grow model

oplossingsgericht coachen

Gordon methode

Naast de methodes en interventies die je kunt doen, zijn er nog 2 dingen erg belangrijk namelijk: 

het aansluiten bij de doelen van de client

Jouw rol als begeleider. Hier gaan we zo een casus oefening mee doen.

valkuilen begeleidersrollen

• Dwingen

• Reddersrol

Je wilt mensen graag motiveren, activeren en ernstige problemen voorkomen. Maar je kunt ook op een verkeerde manier motiveren. Veelvoorkomende valkuilen zijn dat je (onbewust) gaat dwingen of in de reddersrol terechtkomt. ( thema 9.6 staat het uitgebreid in)

Opdracht Aansluiten bij...

Bij de effectiviteit van een begeleidingsinterventie spelen nog twee factoren een rol die naadloos op elkaar aan moeten sluiten: aansluiten bij doelen en jouw begeleidingsrol. Maar hoe doe je dat? Doe deze opdracht met een medestudent.

Kijk en lees casus Yannick

Kijk en lees casus Claudia.

Bedenk welke jullie willen gebruiken voor de opdracht.

www.kennispleingehandicaptensector.nl

www.kennispleingehandicaptensector.nl

Beide personen hebben een doel:

Yannick (NAH) wil fietsenmaker worden. 

Claudia (ASS) wil graag een volière in haar achtertuin.

Maak een keuze, welke casus gaan jullie de volgende vragen over beantwoorden?

opdracht aansluiten casus

1. 1. Hoe sluit je aan bij hun doelen? 
2.  Is het doel haalbaar? Zo ja, waarom? zo nee, waarom niet?
3. Hoe houd je rekening met de mogelijkheden van de cliënt?
4.  Welke interventie zet je in ( minimaal 2)?Werk de stappen uit.
5. Welke rol neem je aan als begeleider ( expert /samenwerken)?  leg uit waarom.
6. Hoe ziet jouw begeleiding eruit voor bij de casus?

Nabespreken & uitwisselen

De groepen die Yannick hadden gekozen gaan nu bij elkaar zitten, 

de groepen die claudia hadden gekozen gaan ook bij elkaar zitten.

Wissel jullie antwoorden uit en vergelijk welke verschillende interventies jullie hebben gebruikt.

wat maakt het verschil denk je?

Iemand zijn gedrag kun je niet beïnvloeden, zo doet hij nu eenmaal.

EENS

ONEENS

gedragsveranderingsmodel van BALM

Stelling: 'Iedereen is te motiveren, als je maar op de juiste manier stimuleert.'

EENS

ONEENS

Je kunt alleen weerstand verminderen door de client zijn/haar zin te geven

EENS

ONEENS

'Een cliënt moet zich aanpassen aan de culturele waarden, normen, overtuigingen en tradities van een welzijnsorganisatie of instelling'.

EENS

ONEENS

Motiveren, omgaan met weerstand en rekening houden met alle diversiteit van de groep. Klinkt als de dagelijkse struggles van docenten & begeleiders (haha)

 Jullie gaan hier mini onderzoekje naar doen en dit a.d.h.v een eigen bedachte casus aan de klas presenteren ( rollenspel)

Wat heb je nodig? Creativiteit, bruikbare bronnen en elkaar!

Wat gaan we doen vandaag

terugblik vorige les

Begeleidingsinterventies en basismethodieken

Opdracht  casus Yannick of Claudia (groepjes)

Jouw begeleidingsrol + fases  Gedragsverandering

opdrachten BOOM

Groepsopdracht Vergroten motivatie, weerstand verminderen rekening houden met cultuur verschillen tijdens activiteiten

Bespreek met de groep hoe je denkt om te kunnen gaan met cliënten die een andere achtergrond hebben dan jij of de welzijnsorganisatie of instelling waarin ze verblijven of mee te maken krijgen.

Groepsopdracht 

GROEP 1 gaat onderzoeken welke interventies je kunt inzetten om de motivatie te vergroten ( ABC) van een groep tijdens een activiteit.

GROEP 2 gaat onderzoeken welke interventies je kan inzetten om weerstand te verminderen ( Niet komen, te laat komen).

GROEP 3 gaat onderzoeken welke interventies je kunt inzetten om tijdens een thema activiteit rekening te houden met cultuur verschillen ( Sint viering)

Bronnen ( thema 9 uit methodisch begeleiden en thema 4 uit het boek mensen)

Uitvoeren opdracht

Groep groen 

groep roze

groep geel

Opdracht 3 en 4 staan voor je klaar in BOOM

Volgende week

activiteiten plan toepassen op verschillende doelgroepen