This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 30 min
Items in this lesson
Doelen
Aan het eind van deze les kunnen jullie:
- het gemiddelde berekenen
- de mediaan bepalen
- de modus bepalen
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
Gemiddelde in tabel
Gemiddelde in een tabel
Bereken het gemiddelde aantal huisdieren.
Slide 3 - Slide
Gemiddelde in tabel
Gemiddelde in een tabel
Bereken het gemiddelde aantal huisdieren.
Stap 1: Bereken het totaal aantal leerlingen.
8+5+3+4=20
Slide 4 - Slide
Gemiddelde in tabel
Gemiddelde in een tabel
Bereken het gemiddelde aantal huisdieren.
Stap 2: Bereken het totaal aantal huisdieren.
0⋅8+1⋅5+2⋅3+3⋅4=23
Slide 5 - Slide
Gemiddelde in tabel
Gemiddelde in een tabel
Bereken het gemiddelde aantal huisdieren.
Stap 3: Maak de deling.
8+5+3+40⋅8+1⋅5+2⋅3+3⋅4=2023=1,2
Slide 6 - Slide
Mediaan
Slide 7 - Slide
Slide 8 - Slide
Modus
Slide 9 - Slide
Slide 10 - Slide
Centrummaten
Gemiddelde = cijfers optellen : aantal cijfers Deze gebruik je ook bij het gemiddelde van een frequentietabel. Gemiddelde=Som van de waarnemingsgetallen : totale frequentie
Modus = getal dat het meeste voorkomt (denk aan mode) (is er niet altijd)
Mediaan = Getallen op volgorde van klein naar groot (denk aan medium). oneven aantal getallen ->het middelste getal even aantal getallen -> Gemiddelde van de middelste 2 getallen Doe (aantal cijfers + 1) :2 om op het gevraagde getal te komen.
Slide 11 - Slide
Quiz...
Slide 12 - Slide
Wat is de mediaan van de volgende getallen? 2 3 6 3 5 6 9 4 5 1 3
A
3
B
4
C
5
D
6
Slide 13 - Quiz
Geef van de volgende getallen de mediaan en de modus: 1,2,2,2,3,4,4,5,6,7,7,8,9,9,9
A
Mediaan: 6
Modus: 2
B
Mediaan: 5
Modus: 9
C
Mediaan : 5
Modus: geen
D
Mediaan: 6
Modus: geen
Slide 14 - Quiz
Wat is het gemiddelde?
A
1
B
2
C
3
D
4
Slide 15 - Quiz
de modus is:
A
het middelste getal
B
het getal dat het meeste voorkomt
C
het gemiddelde
D
het gewogen gemiddelde
Slide 16 - Quiz
ik bereken het gemiddelde door:
A
te kijken welke getal het meeste voorkomt
B
welk getal in het midden staat
C
alle getallen op te tellen
D
alle getallen op te tellen en te delen door het aantal getallen